Dankzij besluit 70/243 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de vervanging van de financiële bijdragen van de lidstaten door eigen middelen van de Gemeenschappen kon de Commissie beginnen met het innen van eigen middelen om de EU-begroting te financieren, in plaats van volledig afhankelijk te zijn van de financiële bijdragen van de lidstaten. De eerste eigen middelen van de EU-begroting waren landbouwheffingen, douanerechten en een op btw gebaseerd middel.
Douanerechten worden traditionele eigen middelen (TEM) genoemd, omdat deze altijd hebben bestaan als directe inkomstenbron van de EU-begroting, in tegenstelling tot belasting over de toegevoegde waarde en nationale bijdragen, die door de lidstaten beschikbaar worden gesteld aan de EU-begroting.
Douanerechten komen voort uit commercieel en handelsbeleid. Deze worden geheven op de invoer van producten die uit niet-EU-landen komen, tegen tarieven die zijn vastgesteld in het gemeenschappelijk douanetarief.
Hoe werkt het precies?
Inning
Volgens de regels uit de verordening voor de uitvoering van het eigenmiddelenbesluit zijn de lidstaten verantwoordelijk voor het innen van douanerechten. De lidstaten moeten over een passende controle-infrastructuur beschikken om te waarborgen dat hun overheden en voornamelijk hun douane-autoriteiten hun taken naar behoren uitvoeren.
In de periode 2021-2027 behouden de lidstaten 25 % van de geïnde douanerechten. Dit dekt niet alleen de inningskosten, maar werkt ook als stimulans om ervoor te zorgen dat de verschuldigde bedragen worden geïnd.
Betalingen
Traditionele eigen middelen worden maandelijks beschikbaar gesteld aan de Commissie, twee maanden nadat de rechten zijn vastgesteld. De lidstaten stellen de Commissie door middel van een gedetailleerd overzicht van de rechten in kennis van de traditionele eigen middelen die moeten worden bijgeschreven. Indien traditionele eigen middelen te laat beschikbaar worden gesteld aan de Commissie, moet hierover rente worden betaald.
Controles
De Commissie onderhoudt contact met de overheden van de lidstaten om te garanderen dat de traditionele eigen middelen worden geïnd volgens de douanewetgeving van de EU en dat de financiële voorschriften uit het eigenmiddelenbesluit (besluit 2020/2053) en de verordening betreffende uitvoeringsmaatregelen voor eigen middelen worden nageleefd. Bovendien zijn de lidstaten financieel verantwoordelijk voor verliezen van traditionele eigen middelen door toedoen van mogelijke administratieve fouten van hun kant.