Direct naar de inhoud

Belasting over de toegevoegde waarde

De op de belasting over de toegevoegde waarde (btw) gebaseerde eigen middelen in 2021-2027 zijn gelijk aan een percentage dat wordt geheven over de btw-grondslagen van de lidstaten, die worden berekend in overeenstemming met de EU-voorschriften.

De btw was de eerste belasting die op EU-niveau globaal werd geharmoniseerd, dus het was in 1970 logisch om op btw gebaseerd eigen middelen van de EU-begroting in te voeren als inkomstenbron naast de douanerechten bij invoer en landbouwheffingen.

Tot voor kort was de btw-grondslag waarop elke lidstaat het afdrachtpercentage toepaste om haar op btw gebaseerde bijdrage aan de EU-begroting te berekenen geharmoniseerd. Om de grondslag voor de btw-middelen voor een bepaald kalenderjaar te berekenen, moest een lidstaat het totaal van de door die lidstaat in dat jaar geïnde netto-btw-opbrengsten delen door het tarief waartegen de btw in die lidstaat in datzelfde jaar werd geheven. Indien in een lidstaat echter verscheidene btw-tarieven werden toegepast, werd de geharmoniseerde btw-grondslag berekend door het totaal van de geïnde netto-btw-opbrengsten te delen door het gewogen gemiddelde btw-tarief van dat land. Deze manier om de geharmoniseerde btw-grondslag te berekenen, is vastgesteld in verordening 1553/89 van de Raad betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de btw.

Voor de harmonisatie van de btw-grondslag waren talloze rectificaties en compensaties en de berekening van een gewogen gemiddeld tarief nodig.

De op btw gebaseerde eigen middelen nu

In het kader van de langetermijnbegroting voor 2021-2027 zijn de op btw gebaseerde eigen middelen vereenvoudigd om de administratieve lasten voor zowel de EU als de lidstaten te verlichten.

Deze vereenvoudiging houdt het volgende in:

  • de correctie van de btw-grondslag voor uitsluitend het territoriale toepassingsgebied in de weinige gevallen die zijn vastgelegd in het verdrag en voor schendingen van de btw-richtlijn;
  • het in de hele periode 2021-2027 in elke lidstaat toepassen van het gewogen gemiddelde btw-tarief van 2016.

De btw-grondslagen van elk land bedragen vervolgens maximaal 50 % van het bruto nationaal inkomen (bni) om de regressie van aspecten van de op btw gebaseerde middelen te beperken. Ten slotte geldt in de periode 2021-2027 een uniform afdrachtpercentage van 0,3 % voor de btw-grondslag van elke lidstaat.

Hoe werkt het precies?

Het algemene doel van de inspectie van het op btw gebaseerde eigen middel is om ervoor te zorgen dat elke lidstaat in staat is de juiste bijdrage te leveren aan de EU-begroting. Dit gebeurt door documenten te analyseren, inspecties ter plaatste te houden in de huidige en toekomstige lidstaten en door geschikte methoden te ontwikkelen. Het directoraat-generaal Begroting van de Commissie is verantwoordelijk voor de inspectie van de overzichten voor btw-grondslagen van de lidstaten.