Sinds 1 januari 2021 moeten de lidstaten een nationale bijdrage betalen op basis van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval: de eigen middelen op basis van kunststof. Deze eigenmiddelenbron hangt nauw samen met de EU-beleidsprioriteiten en zal de lidstaten ertoe aanzetten verpakkingsafval te verminderen en de transitie van Europa naar een circulaire economie te stimuleren door de Europese strategie voor kunststoffen ten uitvoer te leggen. Tegelijkertijd staat het de lidstaten in lijn met het subsidiariteitsbeginsel vrij om de meest geschikte beleidsregels vast te stellen om het kunststof verpakkingsafval te verminderen.Er wordt een uniform afdrachtpercentage van €0,80 per kilogram toegepast op het gewicht van het kunststof verpakkingsafval dat niet wordt gerecycled, waarbij een mechanisme wordt gehanteerd om te voorkomen dat de minder welvarende lidstaten buitensporig veel moeten bijdragen.Hoe werkt het in de praktijk?De bijdragen worden berekend op basis van gegevens die de lidstaten verzamelen en verstrekken in het kader van de rapportageverplichtingen van de afvalstoffenwetgeving. Meer concreet verschaffen de lidstaten op basis van de richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval (Richtlijn 94/62/EG) en het bijbehorende uitvoeringsbesluit (Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/665) al gegevens over de productie en recycling van kunststof verpakkingsafval. De richtlijn betreffende verpakking en verpakkingsafval zal naar verwachting in februari 2025 worden vervangen door een verordening betreffende verpakking en verpakkingsafval. De gegevens zijn openbaar beschikbaar op de website van Eurostat.Aangezien de exacte gegevens in juli van het jaar N + 2 aan Eurostat worden gerapporteerd, berekent de Europese Commissie de bijdragen eerst op basis van prognoses, die tussen de EU-lidstaten en de Commissie moeten worden overeengekomen. Dit is een gebruikelijke werkwijze die ook wordt gehanteerd voor andere inkomstenbronnen van de EU-begroting.Zodra er definitieve gegevens beschikbaar zijn, past de Europese Commissie de berekening van de bijdragen van de lidstaten dienovereenkomstig aan.Sinds 2021 (na de inwerkingtreding van het eigenmiddelenbesluit) betalen de lidstaten hun bijdragen maandelijks op basis van prognoses. Deze bijdragen worden twee jaar later aangepast wanneer de definitieve gegevens beschikbaar zijn.