Missie
Het Europees Openbaar Ministerie (www.eppo.europa.eu) is een onafhankelijk gedecentraliseerd vervolgingsorgaan van de Europese Unie dat bevoegd is voor het onderzoeken, vervolgen en voor het gerecht brengen van strafbare feiten die ten koste gaan van de EU-begroting, zoals fraude, corruptie en ernstige grensoverschrijdende btw-fraude. De verordening betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie is op 12 oktober 2017 vastgesteld en op 20 november 2017 in werking getreden. Momenteel zijn er 22 deelnemende EU-lidstaten.
Op dit moment kunnen enkel de nationale autoriteiten onderzoek verrichten en fraude ten koste van de EU-begroting vervolgen. Hun bevoegdheden houden echter op bij de landgrens. Bestaande EU-organen zoals Eurojust, Europol en het fraudebestrijdingsbureau van de EU (OLAF) beschikken niet over de nodige bevoegdheden om strafrechtelijke onderzoeken en vervolgingen uit te voeren.
Structuur en kenmerken

Het Europees Openbaar Ministerie is sinds maart 2021 operationeel. Het Europees Openbaar Ministerie is gevestigd in Luxemburg.
Het Europees Openbaar Ministerie zal in alle deelnemende landen van de EU als één instantie optreden en ervoor zorgen dat de Europese en nationale inspanningen op het gebied van rechtshandhaving worden samengevoegd in een één naadloze en efficiënte aanpak. Het Europees Openbaar Ministerie zal uit twee niveaus bestaan: een centraal niveau en een nationaal niveau. Het centrale niveau bestaat uit een Europese hoofdaanklager met twee plaatsvervangers, 22 Europese aanklagers (één per deelnemende lidstaat), waarvan twee als plaatsvervangers voor de Europees hoofdaanklager fungeren en de administratief directeur. Het decentrale niveau bestaat uit Europese gedelegeerde openbare aanklagers die in de deelnemende EU-landen zijn gevestigd. Het centrale niveau houdt toezicht op de onderzoeken en vervolgingen die op nationaal niveau plaatsvinden. In de regel zullen het de gedelegeerde openbare aanklagers zijn die het onderzoek en de vervolging in hun EU-land zullen uitvoeren.
De rechten van verdachten en beklaagden zullen worden gewaarborgd door uitgebreide procedurele waarborgen op basis van het bestaande EU- en nationale recht. Het Europees Openbaar Ministerie zal erop toezien dat zijn activiteiten in overeenstemming zijn met de rechten die door het Handvest van de grondrechten van de EU worden gewaarborgd, met inbegrip van het recht op een eerlijk proces en het recht op verdediging. De procedurele besluiten van het Europees Openbaar Ministerie zullen aan rechterlijke toetsing door de nationale rechterlijke instanties worden onderworpen. Het Europees Hof van Justitie heeft — door middel van prejudiciële beslissingen — residuele bevoegdheden om een consistente toepassing van het EU-recht te waarborgen.
PIF-richtlijn
Vanaf 6 juli 2019 moeten de lidstaten Richtlijn (EU) 2017/1371 betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt in hun nationale wetgeving hebben omgezet (“PIF-richtlijn”). Met de regels wordt de EU-begroting beter beschermd, doordat de definities, sancties en verjaringstermijnen van strafbare feiten die de financiële belangen van de Unie schaden, worden geharmoniseerd. De richtlijn is niet alleen een essentieel instrument voor de harmonisatie van het strafrecht van de lidstaten op het gebied van misdrijven tegen de begroting van de Unie, ze legt ook de basis voor het toekomstige Europees Openbaar Ministerie, dat de strafbare feiten in de praktijk zal onderzoeken, vervolgen en handhaven.
Vacatures
De vacatures kunnen worden geraadpleegd op www.eppo.europa.eu
Meer informatie
EOM-brochures (meerdere talen)