Direct naar de inhoud

Het Europees Semester

Het Europees semester is het kader van de Europese Unie voor de coördinatie van en het toezicht op het economisch en sociaal beleid.

Wat is het Europees semester?

Het Europees Semester is de jaarlijkse coördinatie van het economisch en sociaal beleid van de EU. Tijdens het semester stemmen de EU-lidstaten hun begrotings- en economisch beleid af op de doelstellingen en regels die op EU-niveau zijn overeengekomen.

Door een sterkere economische en sociale coördinatie zorgt het Europees semester voor duurzame economische groei, werkgelegenheid, macro-economische stabiliteit en gezonde overheidsfinanciën in de hele EU.

Het tijdschema van het semester volgt een terugkerende cyclus, die in het najaar begint met de presentatie van economische en sociale prioriteiten door de Europese Commissie. Het sluit af in oktober van het daaropvolgende jaar wanneer de EU-lidstaten hun ontwerpbegrotingsplannen indienen. Daarna begint de cyclus opnieuw.

Het kader van het Europees Semester

Het Europees Semester is in 2010 ingesteld om tegemoet te komen aan de behoefte aan een sterkere sociaaleconomische governance van de EU en een betere coördinatie van het economische en begrotingsbeleid van de lidstaten. De financiële crisis van 2008 heeft de noodzaak hiervan aan het licht gebracht. Als reactie daarop zijn de EU-lidstaten begonnen met een brede hervorming van het EU-beleid met onder meer:

  • nieuwe instrumenten voor de omgang met lidstaten die in financiële moeilijkheden verkeren, waaronder het Europees stabiliteitsmechanisme
  • strikter toezicht op de nationale begrotingen via het hervormde stabiliteits- en groeipact
  • nieuwe instrumenten om risicovolle macro-economische ontwikkelingen te voorkomen en te corrigeren in het kader van de procedure voor macro-economische onevenwichtigheden
  • betere coördinatie van het werkgelegenheids-, sociaal en groeibeleid
  • de invoering van het Europees semester, een jaarlijkse planningscyclus die de tijdschema’s van de verschillende coördinatieprocedures synchroniseert

Het Europees semester zorgt ervoor dat het economisch, sociaal en begrotingsbeleid van de lidstaten samen wordt geanalyseerd en beoordeeld, terwijl deze aspecten van het beleid voorheen afzonderlijk werden behandeld. Het volgt een specifieke cyclus van één jaar. Tijdens de eerste fase bespreken de EU-lidstaten hun economische en begrotingsplannen en bereiken zij overeenstemming over de belangrijkste prioriteiten. In het tweede deel van de cyclus, bekend als het "nationaal semester", wordt van de lidstaten verwacht dat zij hun nationaal beleid, met name de nationale begrotingen voor het volgende jaar, op elkaar afstemmen. De Europese Commissie speelt een belangrijke rol in het Europees semester door de door de lidstaten ingediende ontwerpbegrotingen te evalueren en hen daarvoor richtsnoeren te geven.

De eerste cyclus van het Europees semester begon in januari 2011, toen de Commissie de jaarlijkse groeianalyse en het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid publiceerde. Recentere semestercycli beginnen in november, waarbij het "nationaal semester" loopt van juni tot oktober.

In vergelijking met eerdere coördinatiekaders maakt het Europees Semester het volgende mogelijk:

  • regelmatiger toezicht
  • beter gecoördineerd optreden bij gemeenschappelijke uitdagingen
  • snellere respons in geval van problemen
  • grotere transparantie tussen de lidstaten
  • grotere betrokkenheid van het Europees Parlement en de nationale wetgevers, de sociale partners en andere relevante belanghebbenden op alle niveaus

Lees meer over het kader van het Europees Semester

De tijdlijn van het Europees Semester

Het semester volgt een duidelijk tijdschema. Naast de hieronder beschreven formele stappen voert de Europese Commissie het hele jaar door een regelmatige dialoog met de lidstaten en belanghebbenden.

  1. November
    Najaarspakket Europees Semester

    De cyclus van het Europees Semester begint in november, wanneer de Europese Commissie het najaarspakket van het Europees Semester presenteert. Dit schetst de algemene sociale en economische prioriteiten en geeft de lidstaten beleidsrichtsnoeren voor de komende periode.

    Het najaarspakket omvat meestal: 

    • de jaarlijkse duurzamegroeianalyse, waarin de algemene prioriteiten van het economisch, werkgelegenheids- en sociaal beleid van de Europese Unie voor de komende 12 tot 18 maanden worden uiteengezet, zoals beoordeeld door de Europese Commissie
    • de adviezen over de ontwerpbegrotingsplannen van de lidstaten van de eurozone met de evaluatie door de Commissie in hoeverre de ontwerpbegrotingen van de lidstaten voor het komende jaar in overeenstemming zijn met de economische begrotingsregels van de EU; dit omvat een overkoepelende mededeling
    • een voorstel voor een aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone met advies op maat aan de lidstaten over onderwerpen die van invloed zijn op de werking van de eurozone als geheel
    • een waarschuwingsmechanismeverslag, dat tot doel heeft macro-economische onevenwichtigheden die de goede werking van de economieën van de lidstaten, de economische en monetaire unie of de EU als geheel belemmeren, op te sporen, te voorkomen en te corrigeren;
    • post-programmatoezichtverslagen, waarin de terugbetalingscapaciteit wordt beoordeeld van lidstaten die programma’s voor financiële bijstand hebben doorlopen
    • een voorstel voor een gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid, waarin de belangrijkste ontwikkelingen op sociaal en werkgelegenheidsgebied in de EU en de beleidsreacties daarop van de nationale regeringen worden geanalyseerd

    Najaarspakket 

  2. Januari-maart
    Raad neemt conclusies en richtsnoeren aan

    De documenten van het najaarspakket worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie.

    In januari en februari bespreekt de Raad deze en neemt hij conclusies aan over de jaarlijkse duurzamegroeianalyse en het waarschuwingsmechanismeverslag. Hij keurt ook, eventueel met wijzigingen, de ontwerpaanbeveling van de Raad voor de eurozone goed. De aanbeveling wordt vervolgens voorgelegd aan de Europese Raad.

    In maart neemt de Raad het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid met conclusies aan. De Europese Raad bekrachtigt de ontwerpaanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone. Op basis hiervan verstrekken de EU-leiders gemeenschappelijke richtsnoeren voor de structurele begrotingsplannen voor de middellange termijn die in april worden verwacht. Daarnaast biedt de Commissie richtsnoeren voor het begrotingsbeleid aan als basis voor de opstelling van deze nationale plannen.

    Ook het Europees Parlement bespreekt de jaarlijkse duurzamegroeianalyse, en kan eventueel om een eigen initiatiefverslag publiceren.

  3. April
    De lidstaten dienen hun beleidsplannen ter evaluatie in

    Uiterlijk eind april dienen de lidstaten hun structureel begrotingsplan voor de middellange termijn of de bijbehorende jaarlijkse voortgangsverslagen ter evaluatie in bij de Commissie. Deze documenten schetsen een meerjarig netto-uitgaventraject dat erop gericht is de nationale schuld terug te dringen of op een aanvaardbaar niveau te houden. In de structurele plannen worden ook de hervormingen en overheidsinvesteringen beschreven die landen plannen om de duurzaamheid en groei te bevorderen en de belangrijkste uitdagingen aan te pakken die in het kader van het Europees Semester zijn vastgesteld.

    Vanaf 2024 zijn de structurele begrotingsplannen voor de middellange termijn in de plaats gekomen van de vroegere nationale hervormingsprogramma’s en de stabiliteits- en convergentieprogramma’s als onderdeel van de evaluatie van de economische governance. De plannen bestrijken een periode van ten minste vier jaar, afhankelijk van de duur van de nationale legislatuur.

    Bij de opstelling van de beleidsplannen of voortgangsverslagen wordt van de lidstaten verwacht dat zij rekening houden met de richtsnoeren in de landspecifieke aanbevelingen (zie juni-juli), de aanbeveling van de Raad over het economisch beleid van de eurozone en aanvullende richtsnoeren voor het begrotingsbeleid van de Commissie (zie januari-maart).

  4. Mei
    Voorjaarspakket Europees Semester

    De Commissie presenteert het voorjaarspakket van het Europees Semester, dat de lidstaten economische en budgettaire richtsnoeren biedt op grond van de beoordeling van het structureel begrotingsplan voor de middellange termijn of het bijbehorende voortgangsverslag.

    Het voorjaarspakket omvat meestal:

    • een mededeling waarin de belangrijkste elementen van het pakket worden samengevat
    • landverslagen voor alle lidstaten waarin de balans wordt opgemaakt van de respectieve economische en sociale situatie
    • landspecifieke aanbevelingen voor alle lidstaten met richtsnoeren voor de respons op nieuwe en bestaande uitdagingen en het halen van de belangrijkste beleidsdoelstellingen
    • post-programmatoezichtverslagen, waarin de terugbetalingscapaciteit wordt beoordeeld van lidstaten die programma’s voor financiële bijstand hebben doorlopen
    • een voorstel over richtsnoeren voor werkgelegenheidsrichtsnoeren met gemeenschappelijke prioriteiten voor het nationale werkgelegenheidsbeleid

    Voorjaarspakket

  5. Juni-juli
    Raad bespreekt landspecifieke aanbevelingen en keurt deze goed

    In juni bespreekt de Raad de voorgestelde landspecifieke aanbevelingen en bereikt hij overeenstemming over een definitieve versie. Tijdens deze besprekingen kunnen de lidstaten opmerkingen maken over hun respectieve begrotingsplannen voor de middellange termijn. Na goedkeuring door de Europese Raad neemt de Raad de aanbevelingen in juli officieel aan.

    Landspecifieke aanbevelingen

  6. Augustus-oktober
    Landspecifieke aanbevelingen in de praktijk brengen

    De lidstaten wordt verzocht de landspecifieke aanbevelingen uit te voeren en deze mee te nemen in de hervormingen, overheidsinvesteringen en nationale begrotingsplannen voor het volgende jaar. Medio oktober delen de lidstaten van de eurozone hun ontwerpbegrotingen met de Commissie, voorafgaand aan het volgende najaarspakket. De Commissie toetst de plannen aan de vereisten van het stabiliteits- en groeipact, het overeengekomen netto-uitgaventraject en de landspecifieke aanbevelingen.

    Aan het eind van het jaar komen de lidstaten met hun definitieve nationale begroting, rekening houdend met de adviezen van de Commissie over de ontwerpbegrotingsplannen van het nieuwe najaarspakket.

    Daarna wordt het Europees Semester afgesloten en begint een nieuwe cyclus.

    Uitvoering van de aanbevelingen van het semester

Europees Semester in uw land

Landspecifieke verslagen, aanbevelingen en nationale programma’s