* Voor meer gedetailleerde gegevens, zie de Eurostat-databank over migratie en asiel.
**Personen die in een ander EU-land zijn geboren, zijn niet meegeteld.
In het buitenland geboren inwoners, per land
Bron: Eurostat; “overige” omvat vergunningen die uitsluitend worden afgegeven worden om redenen van verblijf, plus vergunningen die worden afgegeven aan slachtoffers van mensenhandel en niet-begeleide minderjarigen, en vergunningen die om alle andere redenen worden afgegeven en die niet onder de andere categorieën vallen.
Arbeidsparticipatie immigranten
Van de 193,5 miljoen personen in de leeftijdsgroep van 20-64 jaar die in 2022 werkzaam waren op de arbeidsmarkt van de EU, waren er 9,93 miljoen niet-EU-burger, wat neerkomt op 5,1% van het totaal. In totaal zijn in de leeftijdsgroep van 20-64 jaar 197,46 miljoen mensen aan het werk, waarvan 9,93 miljoen niet-EU-burgers.
Bron: Eurostat.
De arbeidsparticipatie van de bevolking in de werkende leeftijd was in de EU in 2022 hoger voor EU-burgers (77,1%) dan voor niet-EU-burgers (61,9%).
Oververtegenwoordigde sectoren
In 2022 waren niet-EU-burgers oververtegenwoordigd in een aantal specifieke economische sectoren, zoals:
Sector | Werkgelegenheid – burgers uit landen buiten de EU | Werkgelegenheid – EU-burgers |
---|---|---|
Accommodatie en horeca | 11,3% | 4,2% |
Administratieve en ondersteunende diensten | 7,6% | 3,9% |
Huishoudelijk werk | 5,9% | 0,7% |
Bouw | 9,1% | 6,6% |
Oververtegenwoordiging per beroep
Wat beroepen betreft, waren niet-EU-burgers oververtegenwoordigd onder:
Beroepsgroep | Werkgelegenheid – burgers uit landen buiten de EU | Werkgelegenheid – EU-burgers |
---|---|---|
Huishoudelijke hulpen en schoonmakers | 11,4% | 2,9% |
Persoonlijke dienstverleners | 7,3% | 4,1% |
Verzorgend personeel | 5,5% | 3,0% |
Bouwvakkers, met uitzondering van elektriciens | 6,1% | 3,7% |
Arbeiders in de mijnbouw, de bouwnijverheid, de industrie en het vervoer | 6,0% | 2,5% |
Assistenten bij de bereiding van levensmiddelen | 2,6% | 0,6% |
Arbeiders in de land- en bosbouw en de visserij | 2,4% | 0,7% |
Ondervertegenwoordigde sectoren
Niet-EU-burgers waren ondervertegenwoordigd in andere economische sectoren, waaronder:
Sector | Werkgelegenheid – burgers uit landen buiten de EU | Werkgelegenheid – EU-burgers |
---|---|---|
Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen | 1,1% | 7,4% |
Onderwijs | 3,9% | 7,6% |
Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening | 8,5% | 11,2% |
Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten | 3,8% | 6,0% |
Ondervertegenwoordiging per beroep
Wat beroepen betreft, waren niet-EU-burgers ondervertegenwoordigd onder:
Beroepsgroep | Werkgelegenheid – burgers uit landen buiten de EU | Werkgelegenheid – EU-burgers |
---|---|---|
Leerkrachten | 2,4% | 5,5% |
Vakspecialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie | 2,6% | 6,8% |
Administratief personeel | 1,5% | 4,4% |
Wetenschappelijke en technische specialisten | 1,7% | 3,5% |
Specialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie | 2,3% | 4,5% |
Zorgprofessionals | 1,5% | 3,1% |
Bron: Eurostat.
Vluchtelingen in Europa
Vluchtelingen uit Oekraïne
Door de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022 zijn sinds de Tweede Wereldoorlog meer mensen dan ooit naar Europa gevlucht. Kijk voor de meest recente informatie over de opvang van oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne en tijdelijke bescherming op Migratiebeheer: opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.
Algemene situatie
Op basis van cijfers van het UNHCR waren er wereldwijd:
- 36,4 miljoen vluchtelingen medio 2023 en
- 62,5 miljoen binnenlands ontheemden (als gevolg van conflicten en geweld) eind 2022.
Het aandeel vluchtelingen in de EU bedroeg 1,5% van de totale bevolking
Aantal vluchtelingen in verhouding tot de totale bevolking
Verschillende landen over de hele wereld herbergen een grote vluchtelingenpopulatie:
Bron: UNHCR.
Opmerking: de grafiek toont de tien landen die de meeste vluchtelingen opvangen en de EU.
N.B.: gegevens voor het jaar 2021
Hoewel irreguliere migratie vaak in de schijnwerpers staat, is de realiteit dat irreguliere aankomsten slechts een klein deel van de migratie in de EU uitmaken.
In 2022 werden in de EU bijna 3,4 miljoen eerste verblijfsvergunningen afgegeven, tegen 2,9 miljoen in 2021. Het aantal ligt daarmee boven het niveau van voor de coronacrisis (3 miljoen in 2019). Het aantal eerste vergunningen afgegeven door Duitsland (+190%), Malta (+164%) en Ierland (+146%) is meer dan verdubbeld ten opzichte van 2021. In 2022 was er een bijzonder sterke stijging in het geval van asielgerelateerde vergunningen (+60%), maar het aantal afgegeven vergunningen voor onderwijs (+29%), gezin (+28%) en andere redenen (+47%) op jaarbasis is ook toegenomen. Anderzijds is het aantal om arbeidsredenen afgegeven vergunningen gedaald ten opzichte van 2021 (-6%). In 2022 werden eerste vergunningen afgegeven om de volgende redenen:
Bron: Eurostat; “overige” omvat vergunningen die uitsluitend worden afgegeven worden om redenen van verblijf, plus vergunningen die worden afgegeven aan slachtoffers van mensenhandel en niet-begeleide minderjarigen, en vergunningen die om alle andere redenen worden afgegeven en die niet onder de andere categorieën vallen.
In 2022 werden de meeste eerste verblijfsvergunningen afgegeven aan onderdanen uit de volgende tien landen:
Bron: Eurostat.
Bron: Eurostat.
Onderdanen van de volgende 15 landen dienden de meeste eerste asielaanvragen in (2022)
Bron: Eurostat.
Asielzoekers kwamen in 2022 uit ongeveer 140 landen.
In 2022 werden in de EU 958.800 verzoeken ingediend, waaronder 877.800 eerste aanvragen: een stijging van 52% ten opzichte van 2021, en een stijging van 37% ten opzichte van 2019, vóór de coronapandemie.
Een aanzienlijk deel van de aanvragers komt legaal de EU binnen uit visumvrije landen (22% van de eerste aanvragers in 2022, tegenover 15% in 2021 vanwege meer aanvragers uit Latijns-Amerika), voornamelijk uit:
- Venezuela (5,7% van alle eerste aanvragen)
- Colombia (4,8%)
- Georgië (3,0%)
- Oekraïne (2,8%)
- Albanië (1,4%)
- De meeste eerste aanvragen werden ingediend in
- Duitsland (217.700)
- Frankrijk (137.500)
- Spanje (116.100)
- Oostenrijk (109.800)
- Italië (77.200)
- In verhouding tot de bevolking werd in 2022 het hoogste aantal asielaanvragen ingediend in:
- Cyprus (2.386 per 100 000 inwoners)
- Oostenrijk (1.223)
- Luxemburg (373)
Bron: Eurostat.
In 2022 waren 237.600 asielzoekers jonger dan 18 jaar. Zo’n een op de zes van hen (39.500) waren niet-begeleide minderjarigen. De meeste niet-begeleide minderjarigen kwamen uit Afghanistan, Syrië en Somalië.
In de eerste zeven maanden van 2023 werden in de EU 601.600 asielverzoeken ingediend (556.200 ervan waren eerste asielaanvragen). Dit is een stijging van 25% in vergelijking met dezelfde periode in 2022 en een stijging van 52% in vergelijking met de periode voor de coronapandemie (eerste halfjaar 2019).
Erkenning van vluchtelingen
In 2022 namen de EU-landen 632.400 besluiten over eerste asielbeslissingen. 49% van deze besluiten was positief:
- 143.000 personen kregen de vluchtelingenstatus
- 101.700 personen kregen de subsidiaire beschermingsstatus
- 65.900 personen kregen een humanitaire status
Nog eens 217.500 definitieve beslissingen werden genomen na een beroepsprocedure, waaronder:
- 27.000 beslissingen tot toekenning van de vluchtelingenstatus
- 17.500 beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus
- 28.600 beslissingen tot toekenning van een humanitaire status
In totaal hebben de EU-landen in 2022 aan ongeveer 383.700 personen bescherming verleend.
Het eerste halfjaar van 2023 steeg het erkenningspercentage: van de 342.400 asielbeslissingen in eerste aanleg was 53% positief, waaronder:
- 69.500 beslissingen tot toekenning van de vluchtelingenstatus
- 63.300 beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus
- 48.900 beslissingen tot toekenning van een humanitaire status
Doeltreffendheid van het asielsysteem
- Wisselende achterstand
Eind juli 2023 liepen er nog 955.200 asielaanvragen: 25% meer dan een jaar eerder (764.100). De achterstand neemt toe sinds medio 2021. - Verschillen in verwerkingstijd tussen lidstaten
De verhouding tussen aanhangige zaken en aanvragen verschilt sterk van lidstaat tot lidstaat, als gevolg van de verschillen in verwerkingstijd. Uit cijfers van het EU-asielagentschap blijkt dat eind juli 2023 48% van de zaken in eerste aanleg meer dan zes maanden in behandeling was.
Aantal lopende aanvragen in verhouding tot het totale aantal aanvragen in een gegeven maand
Bron: Eurostat.
- Verschillen in erkenningspercentages tussen EU-landen
Aanzienlijke verschillen in erkenningspercentages tussen de EU-landen blijven het asielstelsel van de EU ondermijnen. Zo varieerde het erkenningspercentage van Afghaanse burgers in eerste aanleg (humanitaire status niet meegerekend) in 2022 van 27% in Duitsland tot 100% in Portugal en Letland (van de lidstaten die ten minste 100 beslissingen in eerste aanleg over Afghaanse burgers hebben genomen). - De Dublinregels in de praktijk
In 2022 meldden de lidstaten dat zij op grond van de Dublinregels 174.500 keer andere lidstaten en andere landen die deelnemen aan het Dublinsysteem, hadden verzocht om de behandeling van een verzoek om internationale bescherming over te nemen. Van de 158.200 besluiten die naar aanleiding hiervan werden genomen, werden 97.700 verzoeken (62%) aanvaard en 13.300 uitgaande overdrachten uitgevoerd, wat overeenkomt met 14% van de aanvaarde verzoeken.
Hervestiging
In 2022 werden ongeveer 17.300 personen die internationale bescherming nodig hebben vanuit niet-EU-landen hervestigd in EU-lidstaten: 6% minder dan in 2021, maar 97% meer dan in 2020.
Syriërs waren hierbij met 63% van het aantal hervestigde personen veruit het sterkst vertegenwoordigd.
In het kader van de gezamenlijke hervestigingsregelingen van de EU kregen meer dan 117.000 personen sinds 2015 bescherming in de EU. Bovendien zijn sinds 2021 meer dan 46.000 personen, meestal Afghanen die gevaar lopen, via toelating op humanitaire gronden in de EU aangekomen. De lidstaten ontvangen EU-steun voor hervestiging en toelating op humanitaire gronden.
Irreguliere grensoverschrijdingen
Totaalcijfers
Irreguliere grensoverschrijdingen in de EU naar nationaliteit in 2023 (januari-augustus)
Bron: Frontex
januari–september 2023:
- 184.614 overtochten over zee in januari-september 2023
Stijging met 83% ten opzichte van dezelfde periode in 2022
- 97.258 overschrijdingen van landsgrenzen in januari-augustus 2023
Daling met 30% ten opzichte van dezelfde periode in 2022
Geografische spreiding
2022
- Stijging van het aantal overtochten over het centrale Middellandse Zeegebied (+56%, 105.600), het oostelijk Middellandse Zeegebied (+113%, 43.900) en migratie via de westelijke Balkanlanden (+134%, 144.100) vergeleken met 2021
- Afname van het aantal overtochten via het westelijke Middellandse Zeegebied, inclusief de Atlantische route van West-Afrika naar de Canarische eilanden (-25%, 30,600) en van de migratie via de oostelijke grensroute (-22%, 6.300) ten opzichte van 2021
- 18% meer sterfgevallen op zee: in 2022 werden op de drie belangrijkste routes over de Middellandse Zee 2.411 doden en vermisten geteld, tegenover 2.047 doden in 2021
Januari–augustus 2023
- Tussen januari en augustus 2023 steeg het aantal overtochten over het centrale Middellandse Zeegebied (+97%, 114.900) en via routes in het westelijke Middellandse Zeegebied, inclusief de Atlantische route van West-Afrika naar de Canarische Eilanden (+7%, 20.200) ten opzichte van dezelfde periode in 2022
- Tussen januari en augustus 2023 daalde het aantal overschrijdingen via het oostelijke Middellandse Zeegebied (-9%, 25.400) en langs de oostelijke grensroute (-9%, 3.800) ten opzichte van dezelfde periode in 2022
- 31% meer sterfgevallen op zee: in de maanden januari - september 2023 werden op de drie belangrijkste Middellanse Zeeroutes 2.418 doden en vermisten geteld, tegenover 1.841 in dezelfde periode in 2022
De belangrijkste landen waarvan de onderdanen het bevel kregen de EU te verlaten, waren:
- Algerije (7,9%)
- Marokko (7,1%)
- Pakistan (5,9%)
- Afghanistan (5,8%)
- Albanië (5,5%)
Doeltreffendheid van het terugkeersysteem
In 2022 werden 73.600 niet-EU-burgers teruggestuurd naar een niet-EU-land. Dat komt overeen met 17% van alle terugkeerbesluiten die in de loop van het jaar zijn uitgevaardigd. In 2021 was dit 18%.
De belangrijkste landen van herkomst van terugkeerders naar een land buiten de EU in 2022, waren:
- Albanië (12,9%)
- Georgië (10,2%)
- Turkije (5,4%)
- Servië (4,2%)
- Moldavië (3,5%)
Bij de nationaliteiten met ten minste 5.000 terugkeerbesluiten was het terugkeerpercentage bijzonder laag voor personen uit
- Afghanistan (1,1%)
- Syrië (1,7%)
- Ivoorkust (2,7%)
- Guinee (4,3%)
- Bangladesh (5,7%)
In 2022 was de verhouding tussen vrijwillige en gedwongen terugkeer 54-46%. In 75% van de gevallen ging het om begeleide terugkeer, d.w.z. dat de teruggekeerde personen logistieke, financiële en/of andere materiële steun ontvingen.
In de eerste helft van 2023 kregen 217.100 niet-EU-burgers het bevel een EU-land te verlaten, en werden in totaal 38.900 personen teruggestuurd naar een niet-EU-land na een bevel om te vertrekken. Ten opzichte van dezelfde periode in 2021 is het aantal terugkeerbesluiten en terugkeeroperaties met respectievelijk 16% en 21% gestegen.
Visa voor kort verblijf
In 2022 ontvingen ongeveer 1.700 consulaten van de lidstaten 7,6 miljoen aanvragen voor een visum voor kort verblijf van niet-EU-burgers. Dat is meer dan de 2,9 miljoen in 2021, maar 55% minder dan in 2019.
In totaal werden 5,9 miljoen visa voor kort verblijf afgegeven en 1,3 miljoen geweigerd, wat neerkomt op een EU-breed weigeringspercentage van 17,9% (tegenover 13,4% in 2021).
De meeste aanvragen werden ingediend in
- Turkije (778.400)
- Rusland (687.200)
- India (671,900)
- Marokko (423.200)
- Algerije (392.100)
De meeste visumaanvragen werden behandeld door
- Frankrijk (1.918.500)
- Spanje (1.197.500)
- Duitsland (1.043.300)
- Italië (727.500)
- Griekenland (459.100)
58% van alle visa werd afgegeven voor meervoudige binnenkomsten. Visa voor kort verblijf hebben betrekking op reizen tussen de 26 Schengenlanden gedurende maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.
Migratie-atlas
De Migratie-atlas van het Kenniscentrum Migratie en Demografie van de Europese Commissie is een interactieve bron van geharmoniseerde, actuele en gevalideerde gegevens over de stand van zaken op het gebied van migratie en demografie in 27 EU-lidstaten en 171 landen en gebieden buiten de EU.
Europese statistieken over migratie en asiel
Zie voor actuele Europese statistieken over
en gerelateerde informatie op de website van Eurostat.
Eurostat verzamelt gegevens die afkomstig zijn van de nationale instanties voor de statistiek van de lidstaten van de EU en de EVA op grond van verordeningen van het Europees Parlement en de Raad over statistiek. De kwaliteit van de gegevens en de hiermee verband houdende metagegevens wordt gewaarborgd overeenkomstig de praktijkcode voor Europese statistieken. Zij worden regelmatig geactualiseerd, afhankelijk van de gegevensverzameling. Bevindingen op statistisch gebied worden bekendgemaakt in artikelen op Statistics Explained en in andere publicaties.
Disclaimer: de informatie hierboven is gebaseerd op de meest recente beschikbare informatie en wordt elk kwartaal bijgewerkt. Laatste update: oktober 2023