*Personen die in een andere lidstaat zijn geboren, zijn niet meegeteld.
Het aandeel van de in het buitenland geboren bevolking in de EU is lager dan in de meeste hoge-inkomenslanden.
In het buitenland geboren inwoners, per land
Redenen om in Europa te blijven
Alle eind 2021 verleende geldige verblijfsvergunningen, uitgesplitst naar reden voor de aanvraag van de vergunning
Bron: Eurostat; Finland: gegevens van eind 2020; “overige” omvat vergunningen die uitsluitend worden afgegeven worden om redenen van verblijf, plus vergunningen die worden afgegeven aan slachtoffers van mensenhandel en niet-begeleide minderjarigen, en vergunningen die om alle andere redenen worden afgegeven en die niet onder de andere categorieën vallen.
Van de niet-EU-burgers die eind 2021 met een geldige verblijfsvergunning in de EU verbleven, hadden de meesten een vergunning die was afgegeven om familie- of arbeidsredenen.
Arbeidsparticipatie immigranten
Van de 189,7 miljoen personen in de leeftijdsgroep van 20-64 jaar die in 2021 werkzaam waren op de arbeidsmarkt van de EU, waren er 8,84 miljoen niet-EU-burger, wat neerkomt op 4,7% van het totaal.
De arbeidsparticipatie van de bevolking in de werkende leeftijd was in de EU in 2021 hoger voor EU-burgers (74%) dan voor niet-EU-burgers (59,1%).
Oververtegenwoordigde sectoren
In 2022 waren niet-EU-burgers oververtegenwoordigd in een aantal specifieke economische sectoren, zoals:
Sector | Totale werkgelegenheid van niet-EU-burgers | Totale werkgelegenheid van EU-burgers |
---|---|---|
Accommodatie en horeca | 11,3% | 4,2% |
Administratieve en ondersteunende diensten | 7,6% | 3,9% |
Huishoudelijk werk | 5,9% | 0,7% |
Bouw | 9,1% | 6,6% |
Oververtegenwoordiging per beroep
Wat beroepen betreft, waren niet-EU-burgers oververtegenwoordigd onder:
Beroepsgroep | Totale werkgelegenheid van niet-EU-burgers | Totale werkgelegenheid van EU-burgers |
---|---|---|
Huishoudelijke hulpen en schoonmakers | 11,4% | 2,9% |
Persoonlijke dienstverleners | 7,3% | 4,1% |
Verzorgend personeel | 5,5% | 3,0% |
Bouwarbeiders, m.u.v. elektriciens | 6,1% | 3,7% |
Ongeschoolde arbeiders in de mijnbouw, de bouwnijverheid, de industrie en het vervoer | 6,0% | 2,5% |
Assistenten bij de bereiding van levensmiddelen | 2,6% | 0,6% |
Ongeschoolde arbeiders in de land- en bosbouw en de visserij | 2,4% | 0,7% |
Ondervertegenwoordigde sectoren
Niet-EU-burgers waren ondervertegenwoordigd in andere economische sectoren, waaronder:
Sector | Totale werkgelegenheid van niet-EU-burgers | Totale werkgelegenheid van EU-burgers |
---|---|---|
Openbaar bestuur en defensie; verplichte sociale verzekeringen | 1,1% | 7,4% |
Onderwijs | 3,9% | 7,6% |
Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening | 8,5% | 11,2% |
Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten | 3,8% | 6,0% |
Ondervertegenwoordiging per beroep
Wat beroepen betreft, waren niet-EU-burgers ondervertegenwoordigd onder:
Beroepsgroep | Totale werkgelegenheid van niet-EU-burgers | Totale werkgelegenheid van EU-burgers |
---|---|---|
Leerkrachten | 2,4% | 5,5% |
Vakspecialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie | 2,6% | 6,8% |
Administratief medewerkers | 1,5% | 4,4% |
Wetenschappelijke en technische specialisten | 1,7% | 3,5% |
Specialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie | 2,3% | 4,5% |
Zorgprofessionals | 1,5% | 3,1% |
Bron: Eurostat.
Vluchtelingen in Europa
Vluchtelingen uit Oekraïne
Door de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne in februari 2022 zijn sinds de Tweede Wereldoorlog meer mensen dan ooit naar Europa gevlucht. Kijk voor de meest recente informatie over de opvang van oorlogsvluchtelingen uit Oekraïne en tijdelijke bescherming op Migratiebeheer: opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.
Algemene situatie in 2022
Op basis van cijfers van het UNHCR waren er medio 2022 wereldwijd:
- 32,5 miljoen vluchtelingen en
- 53,2 miljoen intern ontheemden (als gevolg van conflicten en geweld).
Het aandeel vluchtelingen in de EU bedroeg 1,5% van de totale bevolking
Aantal vluchtelingen in verhouding tot de totale bevolking
Verschillende landen over de hele wereld herbergen een grote vluchtelingenpopulatie:
Bron: UNHCR.
Opmerking: de grafiek toont de tien landen die de meeste vluchtelingen opvangen en de EU.
Note: data for 2021
While irregular migration is often in the spotlight, the reality is that irregular entries account for a small fraction of migration in the EU.
In 2021 werden in de EU 2,93 miljoen eerste verblijfsvergunningen afgegeven, tegen 2,3 miljoen in 2020. Het aantal ligt daarmee weer bijna op het niveau van voor de coronacrisis: 3,0 miljoen in 2019. Deze daling was het gevolg van de reisbeperkingen die waren ingevoerd om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. De pandemie had een bijzonder sterk negatief effect op onderwijsgerelateerde vergunningen: dat aandeel daalde van 13% in 2019 tot 11% in 2020. In 2021 steeg het aantal werkgerelateerde vergunningen bijzonder hard: van 39% in 2020 naar 45% in 2021. In 2021 werden eerste vergunningen afgegeven om de volgende redenen:
Bron: Eurostat; “overige” omvat vergunningen die uitsluitend worden afgegeven worden om redenen van verblijf, plus vergunningen die worden afgegeven aan slachtoffers van mensenhandel en niet-begeleide minderjarigen, en vergunningen die om alle andere redenen worden afgegeven en die niet onder de andere categorieën vallen.
In 2021 werden de meeste eerste verblijfsvergunningen afgegeven aan onderdanen uit de volgende tien landen:
Bron: Eurostat.
Bron: Eurostat.
Onderdanen van de volgende 15 landen dienden de meeste eerste asielaanvragen in (2022)
Bron: Eurostat.
Asielzoekers kwamen in 2022 uit ongeveer 140 landen.
In 2022 werden in de EU 962.200 verzoeken ingediend, waaronder 881.200 eerste aanvragen: een stijging van 52% ten opzichte van 2021, en een stijging van 38% ten opzichte van 2019, vóór de coronapandemie.
Een aanzienlijk deel van de aanvragers komt legaal de EU binnen uit visumvrije landen (22% van de eerste aanvragers in 2022, tegenover 15% in 2021 vanwege meer aanvragers uit Latijns-Amerika), voornamelijk uit:
- Venezuela (5,7% van alle eerste aanvragen)
- Colombia (4,8%)
- Georgië (2,9%)
- Oekraïne (2,8%)
- Albanië (1,4%)

- Duitsland (217.700)
- Frankrijk (137.500)
- Spanje (116.100)
- Oostenrijk (106.400)
- Italië (77.200)

- Cyprus (2.386 per 100 000 inwoners)
- Oostenrijk (1.185)
- Luxemburg (371)
Bron: Eurostat.
In 2022 waren 239.500 asielzoekers jonger dan 18 jaar. Zo’n een op de zes van hen (39.500) waren niet-begeleide minderjarigen. De meeste niet-begeleide minderjarigen kwamen uit Afghanistan, Syrië en Somalië.
Erkenning van vluchtelingen
In 2022 namen de EU-landen 632.400 besluiten over eerste asielbeslissingen. 49% van deze besluiten was positief:
- 142.800 personen kregen de vluchtelingenstatus
- 101.700 personen kregen de subsidiaire beschermingsstatus
- 65.900 personen kregen een humanitaire status
Nog eens 218.200 definitieve beslissingen werden genomen na een beroepsprocedure, waaronder:
- 27.000 beslissingen tot toekenning van de vluchtelingenstatus
- 18.200 beslissingen tot toekenning van de subsidiaire beschermingsstatus
- 28.600 beslissingen tot toekenning van een humanitaire status
In totaal hebben de EU-landen in 2022 aan ongeveer 384.200 personen bescherming verleend.
Doeltreffendheid van het asielsysteem
- Wisselende achterstand
Eind december 2022 liepen er nog 877.800 asielaanvragen: 17% meer dan een jaar eerder (747.300). De achterstand is tussen juli en december 2022 steeds groter geworden. - Verschillen in verwerkingstijd tussen lidstaten
De verhouding tussen aanhangige zaken en aanvragen verschilt sterk van lidstaat tot lidstaat, als gevolg van de verschillen in verwerkingstijd. Uit cijfers van het EU-asielagentschap blijkt dat eind februari 2023 43% van de in eerste aanleg aanhangige zaken meer dan zes maanden in behandeling was.
Aantal lopende aanvragen in verhouding tot het totale aantal aanvragen in een gegeven maand
Bron: Eurostat.
- Verschillen in erkenningspercentage tussen EU-landen
Aanzienlijke verschillen in erkenningspercentages tussen de EU-landen blijven het asielstelsel van de EU ondermijnen. Zo varieerde het erkenningspercentage van Afghaanse burgers in eerste aanleg in 2022 van 27% in Duitsland tot 100% in Portugal (van de lidstaten die ten minste 100 beslissingen in eerste aanleg aan Afghaanse burgers hebben genomen). - De Dublinregels in de praktijk
In 2021 meldden de lidstaten dat zij op grond van de Dublinregels 120.300 keer andere lidstaten en andere landen die deelnemen aan het Dublinsysteem, hadden verzocht om de behandeling van een verzoek om internationale bescherming over te nemen. Van de 116.300 besluiten die naar aanleiding hiervan werden genomen, werden 60.000 verzoeken (52%) aanvaard en 11.500 uitgaande overdrachten uitgevoerd, wat overeenkomt met 19% van de aanvaarde verzoeken.
Hervestiging
In 2022 werden ongeveer 17.300personen die internationale bescherming nodig hebben vanuit niet-EU-landen hervestigd in EU-lidstaten: 27% minder dan in 2021, maar 496% meer dan in 2020.
Syriërs waren hierbij met 63% van het aantal hervestigde personen veruit het sterkst vertegenwoordigd.
In het kader van de gezamenlijke hervestigingsregelingen van de EU kregen bijna 115.000 personen sinds 2015 bescherming in de EU. Bovendien zijn sinds 2021 meer dan 40.000 personen, meestal Afghanen die gevaar lopen, via toelating op humanitaire gronden in de EU aangekomen. De lidstaten ontvangen EU-steun voor hervestiging en toelating op humanitaire gronden.
Irreguliere grensoverschrijdingen
Totaalcijfers
Irreguliere grensoverschrijdingen in de EU naar nationaliteit in 2022
Bron: Frontex
2022:

29% meer dan in 2021

110% meer dan in 2021
Geografische spreiding
2022
- Stijging van het aantal overtochten over het centrale Middellandse Zeegebied (+56%, 105.600), het oostelijk Middellandse Zeegebied (+113%, 43.900) en migratie via de westelijke Balkanlanden (+134%, 144.100) vergeleken met 2021.
- Afname van het aantal overtochten over de westelijke Middellandse Zee (inclusief de Atlantische route van West-Afrika naar de Canarische eilanden) (-25%, 30,600) en van de migratie via de oostelijke grensroute (-22%, 6.300) ten opzichte van 2021.
- 17% meer sterfgevallen op zee: in 2022 werden op de drie belangrijkste routes over de Middellandse Zee 2406 doden en vermisten geteld, tegenover 2062 in 2021
De belangrijkste landen waarvan de onderdanen het bevel kregen de EU te verlaten, waren:
- Algerije (8,0%)
- Marokko (7,3%)
- Pakistan (6,0%)
- Afghanistan (5,8%)
- Albanië (5,7%)
Doeltreffendheid van het terugkeersysteem
In 2022 werden 77.500 niet-EU-burgers teruggestuurd naar een niet-EU-land. Dat komt overeen met 18,5% van alle terugkeerbesluiten die in de loop van het jaar zijn uitgevaardigd. In 2021 was dit 20%.
De belangrijkste landen van herkomst van terugkeerders naar een land buiten de EU in 2022, waren:
- Albanië (12,5%)
- Georgië (9,9%)
- Turkije (5,5%)
- Servië (4,1%)
- Algerije (3,8%)
Bij de nationaliteiten met ten minste 5.000 terugkeerbesluiten was het terugkeerpercentage bijzonder laag voor personen uit
- Afghanistan (1,1%)
- Syrië (1,9%)
- Ivoorkust (3,6%)
- Guinee (4,7%)
- Bangladesh (5,8%)
In 2022 was de verhouding tussen vrijwillige en gedwongen terugkeer 35-65%. In 75% van de gevallen ging het om begeleide terugkeer, d.w.z. dat de teruggekeerde personen logistieke, financiële en/of andere materiële steun ontvingen.
In de eerste helft van 2022 kregen 179 600 niet-EU-burgers het bevel een EU-lidstaat te verlaten, en werden in totaal 33.600 personen teruggestuurd naar een niet-EU-land na een bevel om te vertrekken. Ten opzichte van dezelfde periode in 2021 is het aantal terugkeerbesluiten en terugkeeroperaties met respectievelijk 7% en 20% gestegen.
Visa voor kort verblijf
In 2022 ontvingen ongeveer 1.700 consulaten van de lidstaten 7,6 miljoen aanvragen voor een visum voor kort verblijf van niet-EU-burgers. Dat is meer dan de 2,9 miljoen in 2021, maar 55% minder dan in 2019.
In totaal werden 5,9 miljoen visa voor kort verblijf afgegeven en 1,3 miljoen geweigerd, wat neerkomt op een EU-breed weigeringspercentage van 17,9% (tegenover 13,4% in 2021).
De meeste aanvragen werden ingediend in
- Turkije (778.400)
- Rusland (687.200)
- India (671,900)
- Marokko (423.200)
- Algerije (392.100)
De meeste visumaanvragen werden behandeld door
- Frankrijk (1.918.500)
- Spanje (1.197.500)
- Duitsland (1.043.300)
- Italië (727.500)
- Griekenland (459.100)
58% van alle visa werd afgegeven voor meervoudige binnenkomsten. Visa voor kort verblijf hebben betrekking op reizen tussen de 26 Schengenlanden gedurende maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen.
Migratie-atlas
De Migratie-atlas van het Kenniscentrum Migratie en Demografie van de Europese Commissie is een interactieve bron van geharmoniseerde, actuele en gevalideerde gegevens over de stand van zaken op het gebied van migratie en demografie in 27 EU-lidstaten en 171 landen en gebieden buiten de EU.
Europese statistieken over migratie en asiel
Zie voor actuele Europese statistieken over
en aanverwante informatie de website van Eurostat.
Eurostat verzamelt gegevens die afkomstig zijn van de nationale instanties voor de statistiek van de lidstaten van de EU en de EVA op grond van verordeningen van het Europees Parlement en de Raad over statistiek. De kwaliteit van de gegevens en de hiermee verband houdende metagegevens wordt gewaarborgd overeenkomstig de praktijkcode voor Europese statistieken. Zij worden regelmatig geactualiseerd, afhankelijk van de gegevensverzameling. Bevindingen op statistisch gebied worden bekendgemaakt in artikelen op Statistics Explained en in andere publicaties.
Disclaimer: de informatie hierboven is gebaseerd op de meest recente beschikbare informatie en wordt elk kwartaal bijgewerkt. Laatste update: mei 2023