Direct naar de inhoud

Raadpleging en studies over digitale overeenkomsten

Raadpleging met het oog op de geplande uniforme regels voor online-koopovereenkomsten voor digitale inhoud en goederen.

Raadpleging

In het kader van haar initiatief voor betere regelgeving heeft de Europese Commissie minimumcriteria vastgesteld voor de participatie van belanghebbenden en de openheid daarover. Daarom heeft er een uitvoerige raadpleging over dit initiatief plaatsgevonden.

De Europese Commissie heeft daarbij voor een evenwichtige aanpak gekozen waarbij alle betrokken partijen (bedrijven, consumenten, nationale autoriteiten, juristen en academici) aan het woord konden komen.
Deze aanpak omvatte een openbare raadpleging, gerichte raadplegingen van de belangrijkste betrokken partijen en de EU-landen, alsmede enquêtes onder consumenten en bedrijven.

1. Openbare raadpleging 

2. Gerichte raadplegingen van de belangrijkste betrokken partijen

a) De adviesgroep van belanghebbenden voor de consumentenwetgeving voor online- en digitale aankopen (Stakeholder Consultation Group) is begin 2015 gevormd uit vertegenwoordigers van 22 organisaties die representatief zijn voor de betrokken partijen, zoals de consumenten, het mkb, de detailhandel, e-commercebedrijven, online-platforms, de fabrikanten, de advocatuur, marketingdeskundigen en ontwikkelaars en aanbieders van inhoud. De adviesgroep van belanghebbenden kreeg de taak om de Commissie te helpen de belemmeringen voor de online-aankoop van digitale inhoud en materiële goederen te inventariseren en oplossingen ervoor te bedenken. De groep is zevenmaal bijeengekomen tussen januari en oktober 2015.

b) Workshops met EU-landen Er zijn drie workshops met EU landen georganiseerd. De eerste workshop (5 juni 2015) ging vooral over de algemene aanpak die de Commissie bij dit nieuwe initiatief zou moeten volgen en de belangrijkste problemen in verband met het verbintenissenrecht voor digitale inhoud.

De tweede workshop (6 juli 2015) was gewijd aan de online-verkoop van materiële goederen. Op de derde workshop (6 oktober 2015) werd dieper ingegaan op de voorstellen voor nieuwe regels die de Commissie in gedachten had. De relevante onderwerpen werden ook besproken met de nationale handhavingsinstanties tijdens de bijeenkomst van het Comité voor samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming (april 2015) en met de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor consumentenbeleid tijdens de bijeenkomst van het netwerk voor consumentenbeleid (mei 2015).

c) Er vonden verscheidene bilaterale bijeenkomsten plaats met EU-landen die al begonnen waren met voorbereidingen voor wetgeving op het gebied van digitale inhoud. Ook met andere EU-landen zijn er bilaterale bijeenkomsten gehouden.

d) De Subgroep digitale eengemaakte markt van de Europese Consumentenadviesgroep (ECCG), samengesteld uit twaalf vertegenwoordigers van nationale consumentenorganisaties, heeft aanbevelingen gedaan voor de aanpak van belemmeringen in het verbintenissenrecht voor de aankoop van digitale inhoud en materiële goederen. De groep deed de aanbeveling om de richtlijn verkoop van en garanties voor consumptiegoederen en de richtlijn oneerlijke bedingen te herzien, drong aan op een betere handhaving van de wetgeving en was van mening dat de wetgeving voor online-transacties niet zou moeten verschillen van die voor offline-transacties.

e) In de maanden juli tot en met augustus 2015 vonden er uitvoerige gesprekken plaats met bedrijven die actief of geïnteresseerd waren in grensoverschrijdende elektronische handel uit verschillende EU-landen.

3. Enquêtes onder consumenten en bedrijven

De Commissie heeft ook een aantal enquêtes onder consumenten gehouden. In het kader van de strategie voor de digitale eengemaakte markt vonden in 2015 twee enquêtes plaats om na te gaan wat de belangrijkste grensoverschrijdende obstakels voor de digitale eengemaakte markt waren.

  • Een enquête onder consumenten in alle 28 EU-landen. Meer dan 23 000 mensen werden ondervraagd over hun online-aankopen, zowel in eigen land als in andere EU-landen (Noorwegen en IJsland inbegrepen), en zowel van materiële goederen als van digitale inhoud. De vragen waren er ook op gericht om erachter gekomen waarom zij al dan niet bij webwinkels in eigen land of andere EU-landen kochten.
  • Er vond ook een enquête onder bedrijven plaats in 26 EU-landen. 8 705 deelnemers werden ondervraagd over hun online-verkopen en aankopen, zowel in eigen land als in andere EU-landen, hun ervaringen met kopen en verkopen in andere EU-landen, hun problemen daarbij en de belangrijkste redenen om hun producten niet over de grens te verkopen.

In het kader van een economische studie over digitale inhoud voor consumenten werd 1 000 consumenten in elk van de 15 EU-landen gevraagd naar de aard van de problemen die zij tegenkwamen bij het kopen van digitale inhoud. Bedrijven zijn ook rechtstreeks geraadpleegd door middel van een reeks van 20-30 bedrijfsinterviews in elk van de 15 geselecteerde EU-lidstaten. Afzonderlijke bedrijven, ook uit het mkb, werd gevraagd wat de belangrijkste problemen waren bij het verkopen/leveren van digitale inhoud aan consumenten, zowel in eigen land als daarbuiten.

Studies

25 OKTOBER 2017
Economic study on consumer digital content products
25 OKTOBER 2017
Report - The macro-economic impact of e-commerce in the EU Digital Single Market
25 OKTOBER 2017
Study on mandatory rules applicable to contractual obligations in contract for sales of goods sold at a distance and in particular on line