All official European Union website addresses are in the europa.eu domain.
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32021D2301
Commission Implementing Decision (EU) 2021/2301 of 21 December 2021 amending Implementing Decision (EU) 2021/1073 laying down technical specifications and rules for the implementation of the trust framework for the EU Digital COVID Certificate established by Regulation (EU) 2021/953 of the European Parliament and of the Council (Text with EEA relevance)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/2301 van de Commissie van 21 december 2021 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 tot vaststelling van technische specificaties en regels voor de uitvoering van het bij Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde vertrouwenskader voor het digitaal EU-covidcertificaat (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/2301 van de Commissie van 21 december 2021 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 tot vaststelling van technische specificaties en regels voor de uitvoering van het bij Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde vertrouwenskader voor het digitaal EU-covidcertificaat (Voor de EER relevante tekst)
C/2021/9919
PB L 458 van 22.12.2021, p. 536–538
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
22.12.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 458/536 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/2301 VAN DE COMMISSIE
van 21 december 2021
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 tot vaststelling van technische specificaties en regels voor de uitvoering van het bij Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde vertrouwenskader voor het digitaal EU-covidcertificaat
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad betreffende een kader voor de afgifte, verificatie en aanvaarding van interoperabele COVID-19-vaccinatie-, test- en herstelcertificaten (digitaal EU-covidcertificaat) teneinde het vrije verkeer tijdens de COVID-19-pandemie te faciliteren (1), en met name artikel 9, lid 1, punt c),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het bij Verordening (EU) 2021/953 vastgestelde digitale EU-covidcertificaat moet als bewijs dienen dat een persoon gevaccineerd is tegen COVID-19, negatief is getest of van COVID-19 is hersteld, teneinde de uitoefening van het recht op vrij verkeer door de houders van dergelijke certificaten tijdens de COVID-19-pandemie te vergemakkelijken. |
(2) |
Om ervoor te zorgen dat het digitale EU-covidcertificaat in de hele Unie kan worden gebruikt, heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 (2) vastgesteld waarin technische specificaties en regels zijn opgenomen inzake het invullen, beveiligd afgeven en verifiëren van de digitale EU-covidcertificaten, de beveiliging van de persoonsgegevens, het vaststellen van de gemeenschappelijke structuur van de unieke certificaatidentificatiecode en de afgifte van een geldige, beveiligde en interoperabele barcode. |
(3) |
Op 17 november 2021 heeft de Commissie bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/2014 (3) uniforme voorschriften vastgesteld voor het invullen van in artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2021/953 bedoelde vaccinatiecertificaten die worden afgegeven na de toediening van boosterdoses van de COVID-19-vaccins. |
(4) |
Zoals is bepaald in Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2288 van de Commissie (4), moet een standaard aanvaardingsperiode van 270 dagen gelden voor vaccinatiecertificaten die na voltooiing van de primaire vaccinatiereeks worden afgegeven, ongeacht of de betrokken persoon is geprikt met de ene dosis van een in één dosis toe te dienen vaccin, met twee doses van een in twee doses toe te dienen vaccin of, overeenkomstig de vaccinatiestrategie van de lidstaat waar hij is gevaccineerd, met één dosis van een in twee doses toe te dienen vaccin wanneer het een eerder met SARS-CoV-2 besmette persoon betreft. Tegelijkertijd mag er geen aanvaardingsperiode worden vastgesteld voor certificaten die worden afgegeven na de toediening van boosterdoses of aanvullende doses voor een betere bescherming van personen die na voltooiing van de primaire vaccinatiereeks een ontoereikende immuunrespons hebben. Voor de toepassing van deze verordening worden zulke aanvullende doses ook als boosterdoses beschouwd. |
(5) |
Om in alle gevallen onderscheid te kunnen maken tussen certificaten die zijn afgegeven op basis van de voltooiing van de primaire vaccinatiereeks en certificaten die zijn afgegeven op basis van de toediening van een boosterdosis, moeten de uniforme regels voor het invullen van de vaccinatiecertificaten als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2021/953 worden aangepast. |
(6) |
De lidstaten moeten certificaten die volgens andere regels voor de codering van boosterdoses zijn opgesteld, opnieuw afgeven om te voorkomen dat de standaard aanvaardingsperiode van 270 dagen op die certificaten wordt toegepast. |
(7) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(8) |
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (5) geraadpleegd en heeft op 14 december 2021 formele opmerkingen ingediend. |
(9) |
Omdat een snelle invoering van de gewijzigde technische specificaties voor het digitale EU-covidcertificaat noodzakelijk is, moet dit besluit in werking treden op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(10) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 14 van Verordening (EU) 2021/953, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 21 december 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 211 van 15.6.2021, blz. 1.
(2) Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 van de Commissie van 28 juni 2021 tot vaststelling van technische specificaties en regels voor de uitvoering van het bij Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde vertrouwenskader voor het digitaal EU-covidcertificaat (PB L 230 van 30.6.2021, blz. 32).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/2014 van de Commissie van 17 november 2021 houdende wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 tot vaststelling van technische specificaties en regels voor de uitvoering van het bij Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad vastgestelde vertrouwenskader voor het digitaal EU-covidcertificaat (PB L 410 van 18.11.2021, blz. 180).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2288 van de Commissie van 21 december 2021 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EU) 2021/953 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de aanvaardingsperiode van vaccinatiecertificaten die zijn afgegeven in het formaat van het digitale EU-covidcertificaat, met vermelding van de voltooiing van de primaire vaccinatiereeks (zie bladzijde 459 van dit Publicatieblad).
(5) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
BIJLAGE
Punt 5.2 van bijlage II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1073 wordt vervangen door:
“5.2. Boosterdoses
Wanneer een persoon na de primaire vaccinatiereeks nog doses toegediend krijgt, worden die boosterdoses als volgt weergegeven in de desbetreffende certificaten:
— |
2/1 staat voor de toediening van een boosterdosis na een primaire vaccinatiecyclus bestaande uit één dosis van een in één dosis toe te dienen vaccin, of de toediening van een boosterdosis na voltooiing van een primaire vaccinatiecyclus bestaande uit één dosis van een in twee doses toe te dienen vaccin die aan een herstelde persoon is toegediend overeenkomstig het door de betrokken lidstaat toegepaste vaccinatieprotocol. Vervolgens worden doses (X) die na de eerste boosterdosis worden toegediend, weergegeven als (2+X)/(1) > 1 (3/1, bijvoorbeeld); |
— |
3/3 staat voor de toediening van een boosterdosis na een primaire vaccinatiereeks bestaande uit twee doses van een in twee doses toe te dienen vaccin. Vervolgens worden doses (X) die na de eerste boosterdosis worden toegediend, weergegeven als (3+X)/(3+X) = 1 (4/4, bijvoorbeeld). |
De lidstaten passen de in dit punt vastgestelde coderingsregels uiterlijk op 1 februari 2022 toe.
Certificaten waarin de toediening van een boosterdosis na een primaire vaccinatiecyclus bestaande uit één dosis van een in één dosis toe te dienen vaccin zodanig is gecodeerd dat deze niet kan worden onderscheiden van de voltooiing van de primaire vaccinatiereeks, moeten door de lidstaten automatisch of op verzoek van de betrokkenen opnieuw worden afgegeven.
Voor de toepassing van deze bijlage worden aanvullende doses die worden toegediend voor een betere bescherming van personen van wie de immuunrespons na voltooiing van de standaard primaire vaccinatiereeks ontoereikend is, ook als “boosterdoses” beschouwd. Binnen het bij Verordening (EU) 2021/953 vastgestelde rechtskader kunnen de lidstaten maatregelen nemen om rekening te houden met de situatie van kwetsbare groepen die voorrang kunnen krijgen bij het toedienen van extra doses. Lidstaten die bijvoorbeeld besluiten alleen aanvullende doses toe te dienen aan specifieke subgroepen van de bevolking, kunnen overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2021/953 ervoor kiezen om alleen op verzoek en niet automatisch vaccinatiecertificaten af te geven waarin de toediening van dergelijke aanvullende doses wordt vermeld. Wanneer dergelijke maatregelen worden genomen, stellen de lidstaten de betrokkenen daarvan in kennis en delen zij tevens aan de betrokkenen mee dat ze gebruik kunnen blijven maken van het certificaat dat ze na voltooiing van de standaard primaire vaccinatiereeks hebben ontvangen.”.