EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020DC0276

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren: een brug naar banen voor de volgende generatie

COM/2020/276 final

Brussel, 1.7.2020

COM(2020) 276 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren: een brug naar banen voor de volgende generatie


“Geen enkele lidstaat zou de keuze hoeven te maken tussen reageren op de crisis of investeren in mensen. Daarom verhoogt Next Generation EU de steun [...] voor werkgelegenheid voor jongeren. Zo kunnen mensen de nodige vaardigheden en opleiding en het nodige onderwijs krijgen om zich aan te passen aan deze snel veranderende wereld 1 .”

Voorzitter Ursula von der Leyen

1.Inleiding: investeren in de volgende generatie

Met de Europese pijler van sociale rechten als leidraad heeft de Commissie helemaal aan het begin van haar mandaat 2 haar programma voor een sociaal Europa waarbij mensen centraal staan, uiteengezet. Sindsdien heeft de Commissie hoge prioriteit gegeven aan de ondersteuning van jongeren en blijft zij trouw aan haar belofte. Zij doet dit door onderwijs en opleiding te versterken, de werkgelegenheid voor jongeren te stimuleren, rechtvaardige arbeidsomstandigheden te waarborgen en de toegang tot sociale bescherming voor iedereen te verbeteren, omdat jongeren de volgende generatie vormen en alle kansen verdienen om hun volledige potentieel te ontwikkelen om de toekomst van ons continent vorm te geven.

Uit de COVID19-pandemie is gebleken dat we deze weg moeten blijven volgen en de snelheid moeten opdrijven. Het ging weliswaar in de allereerste plaats om een gezondheidscrisis, maar de EU is door deze pandemie in een diepe recessie terechtgekomen 3 . Het stijgende aantal aanvragen om werkloosheidsuitkeringen is de voorbode van nieuwe uitdagingen. In alle leeftijdsgroepen zal de werkloosheid toenemen, maar de jongeren zijn nu al onevenredig zwaar getroffen 4 . Meer dan een op de zes jongeren is sinds het begin van de crisis gestopt met werken 5 . Velen van hen werkten in de zwaarst getroffen sectoren, zoals accommodatie, voeding, kunst, entertainment, groot- en detailhandel 6 . Anderen proberen nu de arbeidsmarkt te betreden, terwijl deze sectoren niet langer personeel in dienst nemen.

Dit is het moment waarop zowel de lidstaten als de Europese instellingen hun aandacht moeten richten op de volgende generatie. Uit de wereldwijde financiële en economische crisis weten we dat we onverwijld moeten reageren. Vroegtijdige signalen van problemen die vandaag worden genegeerd, kunnen binnen enkele jaren tot onherstelbare schade leiden. Dankzij de flexibiliteit die de initiatieven van de Commissie op het gebied van respons in het kader van het Coronavirus bieden, hebben veel lidstaten snel tijdelijke maatregelen genomen om de crisis het hoofd te bieden. Met de hulp van het Europees Sociaal Fonds (ESF) dragen zij bij tot het behoud van de werkgelegenheid en compenseren zij de onderbrekingen in onderwijs en opleiding tijdens de pandemie. Bovendien zal het nieuwe instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid in noodsituaties te beperken (SURE) 7 tot 100 miljard EUR aan leningen mogelijk maken ter ondersteuning van de regelingen voor werktijdverkorting en soortgelijke maatregelen voor zelfstandigen van de lidstaten. Voortbouwend op het voorstel van de Commissie voor Next Generation EU 8 is de volgende logische stap jongeren te helpen bij de vormgeving van het herstel van Europa.

Deze gezamenlijke inspanningen moeten leiden tot meer kansen voor alle jongeren. De jongeren in veel lidstaten maken nu de tweede economische recessie mee in hun jonge leven. Iemand die op het hoogtepunt van de vorige jeugdwerkloosheidscrisis 18 is geworden, is nu nauwelijks 25. De uitdagingen zullen wellicht nog erger zijn voor gediscrimineerde of kwetsbare groepen, aangezien economische achteruitgang veelal de ongelijkheid vergroot. Jongeren uit kwetsbare groepen, zoals jongeren uit raciale en etnische minderheden, jongeren met een handicap of jongeren die in sommige plattelandsgebieden, afgelegen gebieden of achtergestelde stedelijke gebieden wonen, krijgen te maken met extra belemmeringen voor de toegang tot de arbeidsmarkt 9 . Zo is de arbeidsparticipatie van jongeren met een handicap aanzienlijk lager dan die van jongeren zonder handicap 10 , en maken migranten en vluchtelingen een steeds groter deel uit van onze jongeren en krijgen zij te maken met specifieke belemmeringen en discriminatie. Jonge vrouwen worden ook zwaar getroffen door de crisis. Er zal actief en gericht beleid nodig zijn om ervoor te zorgen dat iedereen wordt bereikt.

De initiatieven die in deze mededeling worden voorgesteld, dragen bij tot de herstelstrategie van de Commissie in reactie op de COVID19-pandemie. Zij zorgen ervoor dat de digitale en de groene transitie van de EU worden ingeschreven in het DNA van ons jeugdwerkgelegenheidsbeleid. Zij voeren de Europese pijler van sociale rechten uit en ondersteunen de nieuwe industriestrategie. Andere voorstellen van de Commissie, zoals de vaardighedenagenda voor Europa voor een duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, die op dezelfde dag zijn aangenomen, dragen bij tot het stimuleren van de werkgelegenheid voor jongeren 11 .

In deze mededeling wordt uiteengezet hoe de voorstellen voor aanbevelingen van de Raad voor “Een brug naar banen — versterking van de jongerengarantie” (punt 2) en “beroepsonderwijs en -opleiding voor een duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht” (punt 3), samen met een nieuwe impuls voor leerlingplaatsen (punt 4), bijdragen tot het scheppen van werkgelegenheid voor jongeren. In de mededeling wordt ook een aantal aanvullende maatregelen voorgesteld om deze doelstelling te verwezenlijken (punt 5). De voorstellen van de Commissie voor Next Generation EU en de toekomstige EU-begroting zullen aanzienlijke EU-financiering voor werkgelegenheid voor jongeren mogelijk maken (punt 6). Het is nu aan de lidstaten om prioriteit te geven aan investeringen, aangezien werkgelegenheid voor jongeren in eerste instantie hun verantwoordelijkheid is.

2.Een brug naar banen — versterking van de jongerengarantie

De afgelopen jaren heeft de Commissie de lidstaten gesteund bij het bouwen van een opstap voor jongeren naar de toegang tot de arbeidsmarkt. De jongerengarantie van 2013, die op het hoogtepunt van de vorige jeugdwerkloosheidscrisis is gelanceerd, heeft in veel lidstaten een aanzienlijk transformerend effect gehad. Zij heeft kansen gecreëerd voor jongeren, structurele hervormingen en innovatie gestimuleerd, en openbare diensten voor arbeidsvoorziening versterkt. Sinds de eerste uitvoering ervan heeft zij meer dan 24 miljoen jongeren in de hele EU geholpen bij hun toetreding tot de arbeidsmarkt 12 .

Het voorstel voor een aanbeveling van de Raad voor “Een brug naar banen — versterking van de jongerengarantie” bouwt voort op deze belangrijke inspanningen. Naarmate de overgang van school naar werk en een duurzame marktintegratie langer duren vanwege de veranderende aard van werk en de gevraagde vaardigheden, verbreedt het de doelgroep van alle werklozen of inactieve jongeren onder de 25 tot alle werklozen of inactieve jongeren onder de 30 jaar. Het ondersteunt maatregelen voor het scheppen van banen, alsook diverse activeringsmaatregelen zoals adviesverlening, loopbaanbegeleiding en belangenbehartiging. Het voorstel van vandaag versterkt de preventie van werkloosheid en inactiviteit van jongeren door middel van betere traceersystemen en systemen voor vroegtijdige waarschuwing en verbetert de kwaliteit van het aanbod door dit te koppelen aan recent gecreëerde kwaliteitskaders.

In het voorstel worden genderstereotypen en vooroordelen op grond van raciale en etnische oorsprong actief bestreden en worden diversiteit en inclusiviteit bevorderd, ook voor jongeren met een handicap. Gelukkig zijn veel jongeren slechts voor korte tijd werkloos of volgen zij slechts korte tijd geen onderwijs of opleiding (NEET). Zonder onderliggende nadelen waardoor zij individueel worden achtergesteld, kunnen ze de tegenslagen ten gevolge van de beperkingsmaatregelen of de conjunctuurcycli relatief snel te boven komen. Door de crisis mogen we de jongeren die het moeilijkst te bereiken zijn en intensieve, vaak één-op-éénondersteuning nodig hebben, niet uit het oog verliezen. Sommige jongeren lopen inderdaad risico voor langere tijd werkloos te zijn of geen onderwijs of opleiding te volgen, met name degenen die tot de kwetsbaardere groepen van onze samenlevingen behoren en zelfs in goede tijden met grote belemmeringen voor de integratie van de arbeidsmarkt te maken hebben. Het voorstel van vandaag komt tegemoet aan de behoeften van alle jongeren en zorgt ervoor dat niemand langer dan vier maanden werkloos is of geen onderwijs of opleiding volgt, door meer geïndividualiseerde en gerichte benaderingen aan te bieden. In dit voorstel wordt ook gewezen op het belang van partnerschappen met bijvoorbeeld werkgevers om advies te geven over de veranderende aard van werk, of met ondersteunende sociale diensten om kansarme jongeren op verscheidene andere manieren weer op het goede spoor te krijgen.

Het voorstel van vandaag draagt ook bij tot een versnelling van de broodnodige digitale en groene transitie, waarbij zowel de kansen als de onzekerheden waarmee zij gepaard gaan, worden erkend. Dit gebeurt ook door een beoordeling en verbetering van de vaardigheden en competenties die nodig zijn om een baan te vinden op een voortdurend veranderende arbeidsmarkt. Geen enkele jongere zou de arbeidsmarkt zonder op zijn minst elementaire digitale vaardigheden mogen betreden, en het voorstel voorziet dan ook in korte en praktijkgerichte voorbereidende opleidingen die verband houden met de specifieke behoeften aan vaardigheden van een jongere. Spoedcursussen, open onlinecursussen of bootcamps kunnen de digitale vaardigheden van jongeren verbeteren en de vaardigheden die nodig zijn voor de groene transitie, maar ook vaardigheden op het gebied van ondernemerschap en loopbaanmanagement. Dit wordt verder ondersteund door de vaardighedenagenda voor Europa voor een duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht.

Prioritaire acties waarvoor de EU-begroting kan worden aangesproken, zijn onder meer opleidingssessies van korte duur, versterkte inventarisatiesystemen, systemen voor vroegtijdige waarschuwing en traceercapaciteit (zie punt 6).

Het voorstel voorziet in een kader voor concrete maatregelen. In heel Europa bestaan beste praktijken. Werkgelegenheid voor jongeren is een hoofdprioriteit in de EU-begroting geworden. Nu is het moment voor de lidstaten om hun inspanningen op te voeren, lering te trekken uit de opgedane ervaring en EU-financiering te mobiliseren (punt 6).

Deze mededeling gaat vergezeld van een voorstel tot een aanbeveling van de Raad voor “Een brug naar banen - versterking van de jongerengarantie” 13 .

3.Het beleid van de EU op het gebied van beroepsonderwijs en opleiding toekomstbestendig maken

Het economische herstel dat voor ons ligt, is een gelegenheid om de hervormingen in beroepsonderwijs en opleiding te bespoedigen en zo bij te dragen tot het duurzame concurrentievermogen, de sociale rechtvaardigheid en de veerkracht van de EU. Beroepsonderwijs en -opleiding voldoet in toenemende mate aan de behoeften van onze volwassen bevolking op het gebied van bijscholing en omscholing, maar speelt ook een belangrijke rol bij de ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren, met name door middel van leerlingplaatsen, wat soms “duaal leren” wordt genoemd 14 . De COVID19-pandemie heeft een enorme impact gehad op beroepsonderwijs en opleiding, en werkplekleren en stages werden wellicht het zwaarst getroffen, vanwege hun focus op praktische opleiding en rechtstreekse band met de werkplek 15 . Met scholen en opleidingscentra die fysiek gesloten waren en leren dat op afstand gebeurde, konden onderwijs en opleiding — gewoonlijk een belangrijke factor van gelijkheid in onze samenlevingen — slechts moeizaam de strijd met armoede en sociale uitsluiting onder jongeren aangaan.

Om de systemen voor beroepsonderwijs en -opleiding toekomstbestendig te maken, moeten zij worden gesynchroniseerd met de groene en de digitale transitie, en moeten zij aanpasbaar aan elke toekomstige uitdaging worden gemaakt. Dat betekent investeren in hun digitale paraatheid en ervoor zorgen dat elke lerende, leerkracht en opleider toegang heeft tot de nodige instrumenten en technologieën. Het betekent ook dat de ontwikkeling van een sterke reeks vaardigheden moet worden bevorderd om mensen in staat te stellen op uit milieuoogpunt duurzame manier producten en diensten te ontwerpen, produceren en beheren en werkgevers te voorzien in de geschoolde arbeidskrachten die zij nodig hebben.

Een moderner en flexibeler beroepsonderwijs en -opleidingsbeleid zal een vlottere overgang van de wereld van het onderwijs naar de arbeidsmarkt mogelijk maken. Hierdoor zal het aantal jongeren zonder werk, onderwijs of opleiding in de hele EU worden teruggedrongen. Dit beleid bevat ambitieuze doelstellingen met betrekking tot inzetbaarheid op de arbeidsmarkt van lerenden in beroepsonderwijs en -opleiding (82 %), blootstelling aan werkplekleren (60 %) en internationale mobiliteit (8 %). Het zal ook de kwaliteit van het voortgezet onderwijs en het aanbod van leerlingplaatsen verbeteren in het kader van de versterkte jongerengarantie, waarbij jongeren worden geholpen die de overgang van school naar werk al hebben gemaakt en in een vroeg stadium van baan veranderen. Tegelijkertijd zal het een betere kwaliteitsborging van de beroepsonderwijs- en -opleidingsprogramma’s en de erkenning van kwalificaties bevorderen.

Voor het toekomstbestendig maken van beroepsonderwijs en ‑opleiding zijn zowel excellentie als billijkheid vereist. Instellingen voor beroepsonderwijs en -opleiding moeten kenniscentra voor beroepsopleiding worden die innovatieve leeroplossingen bieden, de toegang tot geavanceerde technologie vergemakkelijken en als starterscentra fungeren. Tegelijkertijd betekent dit dat vooroordelen op basis van geslacht en andere vormen van discriminatie actief moeten worden aangepakt, waarbij gelijke kansen worden bevorderd door middel van maatregelen ter bevordering van, bijvoorbeeld, het evenwicht tussen mannen en vrouwen in traditioneel “mannelijke” of “vrouwelijke” beroepen. Het houdt ook in dat belemmeringen worden weggenomen voor de deelname van raciale en etnische minderheden, waaronder Roma, mensen met een migrantenachtergrond en mensen met een handicap - voor wie toegankelijkheid moet worden gewaarborgd.

Vandaag is een voorstel van de Commissie voor een aanbeveling van de Raad inzake beroepsonderwijs en opleiding voor een duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht 16 , als onderdeel van de Europese agenda voor vaardigheden voor een duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht, goedgekeurd.

4.Een nieuwe impuls voor leerlingplaatsen

Leerlingen die we nu opleiden, zullen over enkele jaren hooggekwalificeerde werknemers zijn. Leerlingplaatsen leiden tot de vaardigheden die werkgevers daadwerkelijk nodig hebben doordat een leerling de inzichten, praktische vaardigheden en netwerken verwerft die nodig zijn voor een vlotte toegang tot de arbeidsmarkt en actieve participatie in de samenleving. Leerlingplaatsen dragen ook bij tot een snel herstel van de arbeidsmarkt. Zij stellen een geschoolde beroepsbevolking ter beschikking aan een brede waaier aan sectoren, waardoor de productiviteit en het concurrentievermogen van zowel grote als kleine ondernemingen in de hele EU worden verhoogd. Leerlingplaatsen moeten worden aangemoedigd en ondersteund, zoals beoogd in het voorstel van de Commissie voor een toekomstbestendige beroepsopleiding en ‑opleiding.

Prioritaire acties waarvoor de EU-begroting kan worden ingezet, zijn onder meer rechtstreekse subsidies voor leerlingen in kmo’s en premies voor de plaatsing van leerlingen van insolvente ondernemingen in andere bedrijven of bedrijfsinterne opleidingscentra (zie punt 6).

Hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen spelen een essentiële rol bij het behoud en het scheppen van werkgelegenheid voor jongeren, maar zij zijn in het bijzonder getroffen door de beperkingsmaatregelen in verband met COVID‑19. Vanwege een gebrek aan middelen en activiteiten zijn veel kmo’s niet langer in staat om kandidaten te aanvaarden. In reactie hierop hebben sommige lidstaten de werkgevers reeds opgeroepen hun inspanningen op te voeren om het aanbod van leerlingplaatsen in stand te houden. Er kan EU-financiering worden ingezet om ervoor te zorgen dat het leerlingwezen zijn essentiële rol blijft spelen bij het herstel van de arbeidsmarkt (punt 6).

De Europese Alliantie voor leerlingplaatsen heeft een belangrijke rol gespeeld bij het ter beschikking stellen van meer dan 900 000 aanbiedingen voor jongeren sinds de oprichting ervan in 2013. Zij zal nu worden vernieuwd om een impuls te geven aan leerlingplaatsen in de hele EU, wat zal bijdragen tot een stabiel aanbod van hoogwaardige en doeltreffende stageplaatsen voor jongeren 17 . 

De vernieuwde alliantie roept op tot nieuwe toezeggingen voor digitale en groene leerlingplaatsen, met bijzondere aandacht voor de economische sectoren 18 die zich in de frontlinie zullen bevinden bij de transitie naar een klimaatneutraal Europa. Zij zal regeringen, sociale partners, bedrijven, kamers van koophandel, regio’s, jongerenorganisaties, aanbieders van beroepsonderwijs en opleiding en denktanks bijeenbrengen 19 . Concreet zal de vernieuwde alliantie met name het volgende behelzen:

toezeggen van hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen en het aanmoedigen van lidstaten en bedrijven om zich hier ook toe te verbinden, door nationale coalities voor leerlingplaatsen te bevorderen;

stimuleren van steun aan kmo’s om te zorgen voor een stabiel aanbod van hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen;

mobiliseren van lokale en regionale overheden als katalysatoren voor leerlingplaatsen in het plaatselijke ondernemingsklimaat;

versterken van de sociale dialoog door een actievere betrokkenheid van de nationale organisaties van sociale partners;

aanzetten van de Europese sectoriële comités voor de sociale dialoog om zich proactief in te zetten voor leerlingplaatsen, met het oog op een akkoord over gezamenlijke sectorale toezeggingen;

ondersteunen van de vertegenwoordiging van leerlingen in de lidstaten door het Europees leerlingennetwerk nieuw leven in te blazen.

Naast ondersteuning van de lidstaten bij het gebruik van de EU‑middelen ten behoeve van leerlingplaatsen en de daarmee samenhangende hervormingen (zie ook punt 6), zal de Commissie een nieuwe impuls geven aan de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen.

5.Aanvullende maatregelen ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren

Alle initiatieven die in deze mededeling worden voorgesteld, zijn bedoeld om de jongeren van de EU te ondersteunen bij de moeilijke overstap van school naar werk en de eerste verandering van baan. Deze steun mag niet versnipperd zijn, want de belemmeringen voor jongeren en de onderliggende nadelen zijn complex en uiteenlopend. In aanvulling hierop omvat dit punt een aantal concrete aanvullende maatregelen die bijdragen tot de werkgelegenheid voor jongeren. 

De openbare diensten voor arbeidsvoorziening spelen een cruciale rol. Zij hebben een langdurige ervaring op het gebied van het beheer van loopbaanovergangen, arbeidsbemiddeling, voortgezette opleiding, bij-, na- en omscholing. Ondanks de aanhoudende budgettaire beperkingen en de nieuwe toename van de werkloosheid en regelingen voor werktijdverkorting, zijn de openbare diensten voor arbeidsvoorziening in de onmiddellijke nasleep van de COVID19-pandemie van onschatbare waarde geweest voor de uitwisseling van eerste reacties, valkuilen en succesverhalen 20 .

De Commissie zal het Europees netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening ondersteunen en de capaciteit voor wederzijds leren van dit netwerk versterken. Dit Europawijd netwerk zal worden opgedragen een alomvattend wederzijds leerproces te overwegen en innovatieve praktijken uit te wisselen teneinde de capaciteit van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening van ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren te versterken. Daartoe moeten de partnerschappen met andere belanghebbenden worden versterkt en de contacten met kwetsbare jongeren worden geïntensiveerd.

Het ondersteunen van arbeid als zelfstandige is een ander belangrijk middel om het herstel van de arbeidsmarkt te bespoedigen. Jongeren beschikken echter over het algemeen niet over de netwerken die hun toegang kunnen geven tot bijvoorbeeld bedrijfsfinanciering en ondernemersvaardigheden. Door zinvolle uitwisseling van beste praktijken zullen de bestaande netwerken voor beginnende ondernemers op nationaal en lokaal niveau worden versterkt. Dergelijke netwerken brengen beginnende ondernemers in contact met bedrijven, rolmodellen, starterscentra en andere plaatselijke ondersteunende diensten voor startende ondernemingen.

De Commissie zal de versterking van netwerken voor beginnende ondernemers ondersteunen. De steun zal met name gericht zijn op jonge vrouwen, andere gediscrimineerde of kwetsbare groepen, en tegelijkertijd kansen voor arbeid als zelfstandige in de digitale en groene economie bevorderen.

Sociaal ondernemerschap verhoogt de aantrekkelijkheid van arbeid als zelfstandige voor veel jongeren die geïnspireerd zijn door ondernemersloopbaantrajecten die een positieve en zinvolle maatschappelijke impact hebben. Bovendien zijn organisaties van de sociale economie, zoals coöperaties en sociale ondernemingen, vaak veerkrachtiger ten opzichte van conjunctuurcycli. Zij maken de ecosystemen waarin zij werkzaam zijn beter aanpasbaar door middel van sociale innovatie en sociale inclusie op lokaal en regionaal niveau, en komen ook ten goede aan degenen die het verst van de arbeidsmarkt afstaan.

Ook het voor 2021 geplande actieplan van de Commissie voor de sociale economie zal zich richten op jongeren, met name door middel van ondernemingskansen die de sociale economie biedt, zoals het helpen van lokale gemeenschappen, het sluiten van lokale groene overeenkomsten en het activeren van kwetsbare groepen 21 .

Jongeren die nog niet tot de arbeidsmarkt zijn toegetreden of die juist de sprong naar de arbeidsmarkt hebben gemaakt, hebben wellicht geen toegang tot sociale bescherming. Sommige lidstaten hebben al een reeks noodmaatregelen uitgevoerd om kwetsbare groepen te ondersteunen die voorheen niet in aanmerking kwamen teneinde de economische en sociale gevolgen van de COVID‑19-pandemie te verzachten. Maar de arbeidsmarkt was zelfs al vóór de crisis onzekerder geworden.

Atypische arbeidsvormen, zoals platformwerk, komen steeds vaker voor onder jongeren. Zij creëren nieuwe mogelijkheden voor jongeren om tot de arbeidsmarkt toe te treden, met name wanneer deze flexibiliteit nodig hebben om werk met onderwijs of zorgtaken te combineren. Voortbouwend op de aanbeveling van de Raad van vorig jaar inzake toegang tot sociale bescherming, de richtlijn betreffende transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden en het Europees semester, moeten we de lacunes in de toegang tot sociale bescherming bij nieuwe vormen van werk aanpakken en tegelijkertijd de arbeidsomstandigheden verbeteren.

Ten eerste onderzoekt de Commissie de uitdagingen in verband met platformwerk en in 2021 zal zij maatregelen voorstellen om de arbeidsomstandigheden van mensen die via digitale platforms werken, te verbeteren.

Ten tweede zal het komende monitoringkader inzake toegang tot sociale bescherming zich toespitsen op de toegang voor mensen in verschillende vormen van werk, met inbegrip van atypische contracten, die voor jongeren van bijzonder belang zijn. Dit zal helpen bij het opsporen van lacunes en het ondersteunen van acties om deze te dichten.

Ten derde zal de Commissie een studie uitvoeren die specifiek gericht is op de toegang van jongeren tot sociale bescherming. Deze oefening zal de voorwaarden om in aanmerking te komen voor diverse voordelen in verschillende vormen van werkgelegenheid in kaart brengen, waardoor een broodnodige uitwisseling van goede praktijken mogelijk wordt.

6.De EUbegroting als drijvende kracht achter het herstelplan voor jongeren

Het voorstel van de Commissie voor Next Generation EU en de langetermijnbegroting van de volgende generatie voorziet in aanzienlijke middelen 22 om de werkgelegenheid voor jongeren te ondersteunen, in het kader van een groot begrotingsinitiatief om de economische en sociale gevolgen van de pandemie aan te pakken. Op korte termijn zal uit React-EU 23 voor de periode 202022 55 miljard euro worden uitgetrokken voor de financiering van het cohesiebeleid. Voorgesteld wordt nog dit jaar 5 miljard euro uit dit budget beschikbaar te stellen. Deze aanvullende financiering zal aan de lidstaten worden toegewezen, rekening houdend met verschillende criteria, waaronder de gevolgen van de huidige crisis voor de jeugdwerkloosheid. De aanvulling van het Europees Sociaal Fonds is van bijzonder belang voor het aanpakken van de uitdagingen voor jongeren die al in de lidstaten zijn vastgesteld.

Bovendien biedt de onlangs voorgestelde faciliteit voor herstel en veerkracht een ongekende gelegenheid om vaart te zetten achter de hoognodige structurele hervormingen voor de middellange termijn. Een voorgesteld budget van 560 miljard EUR zal investeringen en hervormingen ondersteunen die essentieel zijn voor een duurzaam herstel en die kaderen in het Europees semester.

De lidstaten moeten plannen voor herstel en veerkracht opstellen om steun te ontvangen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht. Deze plannen voor herstel en veerkracht moeten een antwoord bieden op de economische en sociale gevolgen van de crisis, de digitale en de groene transitie en de in het kader van het Europees semester vastgestelde relevante prioriteiten 24 . Door voorrang te verlenen aan werkgelegenheid voor jongeren en de daarmee verband houdende hervormingen kan een blijvende impact op de betrokken lidstaat worden bewerkstelligd wat betreft groeipotentieel, het scheppen van banen en sociale veerkracht.

Deze inspanningen zullen in de financieringsperiode 202127 worden aangevuld door het Europees Sociaal Fonds Plus met een voorgesteld budget van 86 miljard EUR. Het fonds zal de volledige waaier aan maatregelen op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs en opleiding ondersteunen, zoals voorgesteld in het voorstel voor “Een brug naar banen — versterking van de jongerengarantie”, alsook hervormingen van het systeem voor beroepsonderwijs en opleiding en het leerlingwezen. Daartoe heeft de Commissie op 28 mei 2020 een gewijzigd voorstel voor een Europees Sociaal Fonds Plus goedgekeurd. In het voorstel wordt een grotere inzet voorgesteld voor lidstaten waar de jeugdwerkloosheid bijzonder hoog is, om 15 % van hun toewijzing aan werkgelegenheidsmaatregelen voor jongeren te besteden. Dit fonds is een belangrijke financieringsbron voor het voorstel voor “Een brug naar banen — versterking van de jongerengarantie” 25 .

De in deze mededeling voorgestelde initiatieven kunnen ook via andere EUinstrumenten worden ondersteund. Het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en InvestEU, in het kader van het venster voor sociale investeringen en vaardigheden (met een voorgesteld budget van 3.6 miljard EUR) en de nieuwe strategische faciliteit voor strategische investeringen (met een voorgesteld budget van 31 miljard EUR), kunnen voorzien in belangrijke, toekomstbestendige investeringen in onderwijs- en opleidingsinfrastructuur, teneinde beroepsonderwijs en -opleiding te moderniseren en aan te passen, en over te schakelen op ecologisch ambitieuze technologieën. Een specifiek venster voor kmo’s in het kader van InvestEU kan kleinere ondernemingen helpen tegemoet te komen aan hun opleidingsbehoeften en hun capaciteit om jongeren aan te werven 26 . Het instrument voor technische ondersteuning 27 kan de lidstaten ondersteunen bij de voorbereiding en uitvoering van hervormingen, met name op het gebied van onderwijs en opleiding en arbeidsmarktbeleid, door EU-financiering en technische expertise te mobiliseren.

De Commissie dringt er bij de lidstaten op aan de ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren op te voeren en de unieke gelegenheid aan te grijpen om hiervoor tientallen miljarden euro van de toekomstige EU‑begroting te mobiliseren en prioriteit te geven aan een aantal van de hieronder genoemde concrete acties. De lidstaten moeten die maatregelen toepassen die het best zijn afgestemd op de specifieke problemen waarmee zij worden geconfronteerd.

De algemene ambitie van de EU is het niveau van de steun voor werkgelegenheid voor jongeren te verhogen in vergelijking met de financieringsperiode 20142020, die naar schatting 22 miljard EUR bedroeg 28 . De voorgestelde extra middelen in het kader van Next Generation EU en de volledige waaier aan instrumenten waarin de voorgestelde langetermijnbegroting van de EU voor 20212027 voorziet, bieden ongekende mogelijkheden om die ambitie te verwezenlijken.

De Commissie zal actief samenwerken met de nationale autoriteiten en richtsnoeren opstellen om ervoor te zorgen dat adequate EU‑middelen worden toegewezen aan de ondersteuning van werkgelegenheid voor jongeren. De Commissie zal met name de lidstaten aanmoedigen en ondersteunen om prioriteit te geven aan investeringen voor werkgelegenheid voor jongeren in de digitale en de groene transitie en om de Europese Green Deal te gebruiken als een motor voor groei voor banen in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht.

Niet-uitputtend overzicht van de concrete acties die middels de toekomstige EU‑begroting kunnen worden ondersteund en waarvan de resultaten op korte termijn kunnen worden verwacht, met name door gebruik te maken van de middelen van Next Generation EU en de langetermijnbegroting:

Regelingen voor werktijdverkorting voor jonge werknemers en soortgelijke maatregelen voor jonge zelfstandigen, om hen met name te beschermen tegen het risico op werkloosheid en inkomensverlies.

Sociale bescherming in de vorm van een vervangend inkomen of een aanvullende uitkering, zoals werkloosheidsuitkeringen, vaste bedragen of ziekte-uitkeringen aan jonge werknemers die eerder waren uitgesloten en/of beperkte toegang tot sociale bescherming hadden vanwege strikte criteria om in aanmerking te komen of vanwege hun status op de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld zelfstandigen).

Rechtstreekse subsidies voor leerlingen in kmo’s, met name beloning, premies bij indienstneming en tijdelijke bijdragen voor sociale bescherming, alsook lonen van opleiders en/of hun sociale bijdragen, om het aanbod van hoogwaardige en doeltreffende leerlingplaatsen te stabiliseren en uit te breiden.

Directe subsidies voor aanwerving, met inbegrip van loonsubsidies, aanwervingsbonussen voor nieuwe aanwervingen en tijdelijke bijdragen voor sociale bescherming om de verwerving van werkervaring en/of de toegang tot de eerste baan van jongeren te vergemakkelijken. Deze zijn bijzonder efficiënt als ze doelgericht zijn en worden gecombineerd met opleidingsmaatregelen.

Financiële steun voor studenten, of het nu gaat om programma’s voor contactonderwijs, gecombineerd onderwijs of e-leren, in de vorm van subsidies of leningen met een gunstige rentevoet en overheidsgarantie, om jongeren in staat te stellen hun studie te verlengen of opnieuw naar school te gaan of een opleiding te volgen. 

Opleidingssessies van korte duur (zoals korte cursussen, bootcamps of workshops) om werklozen of inactieve jongeren met het oog op hun directe integratie op de arbeidsmarkt bij te scholen, waarbij de nadruk ligt op bijvoorbeeld digitale vaardigheden, groene vaardigheden, ondernemersvaardigheden en vaardigheden op het gebied van loopbaanmanagement.

Trajecten voor re-integratie in onderwijs en opleiding, met inbegrip van programma’s voor tweedekansonderwijs, met name voor voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding en laaggeschoolde jongeren.

Plaatsing van leerlingen van insolvente ondernemingen in andere bedrijven of bedrijfsinterne opleidingscentra.

Starterspremies en leningen voor jonge ondernemers om nieuwe bedrijven op te zetten en banen te scheppen.

Een niet-uitputtend overzicht van prioritaire concrete acties om een nieuwe jeugdwerkloosheidscrisis af te wenden, waarvan de resultaten op middellange termijn kunnen worden verwacht, met name door gebruik te maken van de middelen van Next Generation EU en de langetermijnbegroting:

Capaciteitsopbouw van openbare diensten voor arbeidsvoorziening om bijvoorbeeld een groter aantal jongeren (met inbegrip van kwetsbare groepen) te bereiken, meer geïndividualiseerde ondersteuning te bieden (onder de vorm van advies, begeleiding en mentoring) en geïntegreerde dienstverlening te versterken.

Versterkte inventarisatiesystemen, systemen voor vroegtijdige waarschuwing en capaciteit om jongeren te identificeren die werkloos of inactief zijn (of dreigen te worden), alsmede uitvoeringsmaatregelen die erop gericht zijn het aantal vroegtijdige school- en opleidingsverlaters terug te dringen, om bij te dragen tot een betere preventiebeleid.

Netwerken van jonge ondernemers, mentorschapsregelingen en starterscentra om beginnende ondernemers, met name jonge vrouwen en gediscrimineerde of gemarginaliseerde groepen, de arbeidsmarkt te helpen betreden en de vaardigheden op te bouwen die nodig zijn voor verschillende bedrijfsmodellen, waaronder sociaal ondernemerschap.

Opleidingen op het gebied van loopbaanmanagement in formeel onderwijs en formele opleiding om jongeren voor te bereiden op een onstabiele en onzekere arbeidsmarkt en om de mogelijke stappen aan te duiden voor het vinden van een baan of het ontvangen van steun.

Uitvoering van hervormingen van beroepsonderwijs en -opleiding en het leerlingwezen, bijvoorbeeld door investeringen in de hervorming van onderwijsprogramma’s met het oog op een grotere relevantie voor de arbeidsmarkt, flexibiliteit en modularisering, uitbreiding van de programma’s voor hoger beroepsonderwijs en -opleiding 29 , opzetten van kwaliteitsborgingssystemen en systemen voor het traceren van afgestudeerden, opleiding van leerkrachten en opleiders in beroepsonderwijs en -opleiding en ondersteuning van de mobiliteit van lerenden, leerkrachten en opleiders van beroepsonderwijs en -opleiding.

Investeringen in infrastructuur en technologie voor digitaal leren en in geavanceerde industriële apparatuur en technologieën voor scholen en opleidingscentra voor beroepsonderwijs en -opleiding (met inbegrip van kenniscentra voor beroepsopleiding), om beroepsonderwijs en -opleiding de nodige uitrusting te geven voor de digitale en de groene transitie.

Investeringen in centra voor interbedrijfsopleiding (of het nu gaat om het oprichten van nieuwe of het versterken van bestaande centra of de integratie ervan in kenniscentra voor beroepsopleiding), om kmo’s te helpen beroepsonderwijs en -opleiding en leerlingplaatsen van de hoogste kwaliteit te bieden.

Investeringen in het vergroten van de relevantie van onderwijs en opleiding voor de arbeidsmarkt, onder meer in de sector van het hoger onderwijs, door steun te verlenen aan partnerschappen tussen het bedrijfsleven en het onderwijs en aan belangrijke industriële ecosystemen en netwerken van kmo’s, en door het belang van werkplekleren binnen de bestaande programma’s te vergroten.

7.Conclusie

De Commissie roept de lidstaten op om in de context van het herstel van de COVID‑19-pandemie de sterke solidariteit tussen de generaties van de EU te kanaliseren naar de ondersteuning van de jongeren. We zijn het aan de miljoenen afgestudeerden, nieuwkomers op de arbeidsmarkt en degenen die in een vroeg stadium van baan veranderen verschuldigd om alle steun te mobiliseren zodat zij hun volledige potentieel kunnen ontwikkelen. Het is nu het moment om in onze volgende generatie te investeren en jongeren te helpen de drijvende kracht te worden voor een digitale en groene economie.

De voorstellen voor aanbevelingen van de Raad over “Een brug naar banen — versterking van de jongerengarantie” en over “beroepsonderwijs en -opleiding voor een duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht” bieden hiervoor het kader. De Commissie heeft ook instrumenten voorgesteld om de nodige financiering te verstrekken. De Commissie roept de lidstaten op beide voorstellen snel goed te keuren en het volledige potentieel van de EU‑begroting te benutten om hun steun voor werkgelegenheid voor jongeren op te voeren.

Samenwerken is van cruciaal belang. Om de werkgelegenheid voor jongeren te bevorderen is een nauwe samenwerking tussen alle actoren (met name de sociale partners, de onderwijssector en de organisaties van het maatschappelijk middenveld), alsook tussen de regionale en lokale autoriteiten, nodig. Op EU-niveau zal de Commissie een nieuwe impuls geven aan de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen om ervoor te zorgen dat het leerlingwezen bijdraagt tot het herstel van de arbeidsmarkt. De Commissie rekent op de voortdurende inspanningen van het Europees Parlement en de Raad en stelt voor de versterkte ondersteuning van jongerenwerkgelegenheid met beide instellingen te bespreken. Dit is een gezamenlijke inspanning ten behoeve van de volgende generatie.

(1)      Toespraak van voorzitter Von der Leyen in het Europees Parlement, 27 mei 2020.
(2)      Mededeling “Een sterk sociaal Europa voor rechtvaardige transities”, COM(2020) 14 final.
(3)      Europese Commissie (2020), Europese economische prognose, voorjaar 2020.
(4)      ILO (2020), Preventing exclusion from the labour market: Tackling the COVID19 youth employment crisis.
(5)      ILO (2020), ILO Monitor: COVID19 and the world of work (vierde editie).
(6)      McKinsey & Company (2020), Safeguarding Europe’s livelihoods: mitigating the employment impact of COVID19.
(7)      PB L 159 van 20.5.2020, voorgesteld door de Commissie op 2 april 2020.
(8)    COM(2020) 441 final/2.
(9)      Daarom is gelijke behandeling nodig van alle mensen, ongeacht hun geslacht, raciale of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, met inbegrip van mensen met een migrantenachtergrond. Dit hangt bovendien samen met de lopende discussie over demografische veranderingen, die met name gaat over de braindrain en de toenemende ontvolking in de regio’s die in het bijzonder met dit fenomeen te kampen hebben (COM(2020) 241 final).
(10)      Volgens ANED was, op basis van SILC-gegevens van 2016, de arbeidsparticipatie van jongeren met een handicap tussen 20 en 29 jaar net onder de 45 % en nam de arbeidsparticipatiekloof ten opzichte van jongeren zonder handicap toe tussen 2008 en 2016.
(11)      COM(2020) 274 final. Deze mededeling wordt aangevuld met de komende voorstellen van de Commissie betreffende het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese onderwijsruimte. Deze initiatieven vormen een holistisch antwoord op de uitdagingen waarmee onze volgende generatie wordt geconfronteerd.
(12) Lokale contactpunten voor inschrijving in de jongerengarantie zijn te vinden op de Europa-website: https://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=1218&langId=nl
(13)      COM(2020) 277 final.
(14)      Tijdens de economische recessie ingevolge de wereldwijde financiële en economische crisis, bleek beroepsonderwijs en -opleiding een essentieel onderdeel van de inspanningen ter ondersteuning van de werkgelegenheid voor jongeren. Met name leerlingplaatsen en kortetermijnprogramma’s voor beroepsonderwijs en opleiding gericht op werklozen hebben kansen op de arbeidsmarkt kunnen vergroten.
(15)      Cedefop (2020), How are European countries managing apprenticeships to respond to the COVID19 crisis? Synthesis report based on information provided by Cedefop community of apprenticeship experts.
(16)      COM(2020) 275 final.
(17)      De alliantie versterkt de kwaliteit, het aanbod en het algemene imago van het leerlingwezen in Europa en bevordert de mobiliteit van leerlingen. Deze doelstellingen worden bevorderd door nationale toezeggingen en vrijwillige toezeggingen van belanghebbenden.
(18)      Zoals sectoren die bijdragen aan een circulaire economie, blauwe economie, duurzame bouw en renovatie van gebouwen, landbouw, slimme mobiliteit en energie.
(19)

     De hernieuwde Alliantie zal geïntegreerd zijn in het pact voor vaardigheden als onderdeel van de vaardighedenagenda voor Europa voor een duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht.

(20)      Europese Commissie (2020), Europees netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening: PES measures and activities responding to Covid19.
(21)      Daarnaast zal in het actieplan worden nagegaan hoe de ondernemersvaardigheden van jongeren in organisaties van de sociale economie en sociale ondernemingen kunnen worden verbeterd, mede op basis van de ervaringen met het programma “Erasmus voor jonge ondernemers” en de door het ESF+ ondersteunde acties.
(22)      Alle bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van 2018, behalve de 5 miljard EUR uit ReactEU voor 2020.
(23)      Gefinancierd met middelen uit Next Generation EU voor de periode na 2020 en middels aanpassing van het huidige financiële kader voor 2020.
(24)      In afwachting van goedkeuring door de Raad, leggen de voorstellen van de Commissie van 2020 voor landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees semester sterk de nadruk op het versterken van het actief arbeidsmarktbeleid (AAMB) en de bijscholing, met name voor jongeren. De Commissie heeft 19 aanbevelingen inzake AAMB en diensten voor arbeidsvoorziening gedaan, evenals 22 aanbevelingen met betrekking tot de bevordering van de ontwikkeling van vaardigheden, gelijke toegang tot kwalitatief hoogwaardig onderwijs en opleiding en digitaal leren. Deze landspecifieke aanbevelingen zullen een cruciale leidraad vormen voor de nodige hervormingen.
(25)      De Commissie stelde voor dat lidstaten met een percentage werkloze jongeren en jongeren die geen onderwijs of opleiding volgden boven het EUgemiddelde 15 % (in plaats van de eerder voorgestelde 10 %) van het Europees Sociaal Fonds Plus aan werkgelegenheidsmaatregelen voor jongeren besteden. In het kader van de ondersteuning van aanbiedingen van werk, voortgezet onderwijs, leerlingplaatsen en stages is het belangrijk te streven naar een beter evenwicht tussen deze vier types.
(26)      Bovendien zal Erasmus+ de mogelijkheden voor onderwijs en opleiding in het buitenland voor jongeren, leerkrachten en opleiders aanzienlijk uitbreiden, onder meer in beroepsonderwijs en -opleiding. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid zal met een uitgebreide reeks instrumenten steun blijven verlenen aan jongeren die landbouw willen bedrijven en jongeren die in plattelandsgebieden wonen. Het programma Digitaal Europa en het programma voor de eengemaakte markt zullen bijdragen tot de financiering van de doelstelling van het stimuleren van de werkgelegenheid voor jongeren, met name door acties die gericht zijn op het verwerven van digitale vaardigheden en het bevorderen van ondernemerschap voor jongeren.
(27)      COM(2020) 409 final.
(28)      Dit omvat investeringen in het kader van het Europees Sociaal Fonds en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief, met inbegrip van nationale medefinanciering.
(29)      Programma’s van de niveaus 5 tot en met 8 van het Europees kwalificatiekader (EKK).
Top